VERH. SYST. GERANGSCHIKT. LITERARISCHE EN HIST. STUDIËN.

XVII

Bladz.

Deel.

C. P. Tiele, Bladen uit de geschiedenis der oude godsdiensten.

1. De dierendienst der Egyptenaars..... XII, 261-278

met Naschrift van C. P. Tiele...

W. Pleyte, De veldslag van Ramses den Groote tegen de Cheta...

M. A. N. Rovers, Een heidensche Apocalypse (over de

Hermetica).

C. P. Tiele, Een mislukte poging om den godsdienst der
oude Aryers te beschrijven (naar aanl. v.
C. Schoebel, Recherches sur la religion
première de la race indo-iranienne) . VII,
De Hibbert Lectures (naar aanl. v. F. Max
Müller, Lectures on the origin and growth
of religion etc.).

وو

دو

H. Kern,

.....

387-408

XIII, 301-309

Christus en Krshna (naar aanl. van Felix
Nève, Des élements étrangers du mythe et
du culte de Krichna en Kâshinâth Trim-
bak Telang, Bhagavadgitá translated, with
notes and an introductory essay)...................... XI,
Is Zarathustra een mythisch persoon?..... II,
Antwoord op het stuk: Is Zarathustra een
mythisch persoon . . .

C. P. Tiele, Over vreemde bestanddeelen in de Grieksche

دو

De mythe van Kronos. Ter toetsing eener
nieuwe mythologische methode (naar aanl. ~
van Andrew Lang, Custom and Myth).. XX,

J. van Leeuwen Jr., Een dichter-wijsgeer (naar aanl. v.
geschriften van K. Kuiper en J. Berlage
over Euripides)..

J. P. N. Land, De ontraadseling van het Mandäisme

(naar aanl. van A. J. H. W. Brandt,

1-28

XXII, 607-639

Die Mandäische Religion)......

XXIV, 113-126

M. Th. Houtsma, Iets over den dagelijkschen Çalât der

XXIV, 127-134

652]

Mohammedanen.....

[C. P. Tiele, Mededeelingen aangaande het 2de Orien-
talistencongres (Rede van Max Müller). VIII,
Over A. H. Sayce, The Astronomy and
Astrology of the Babylonians (in Transac
tions of the Society of Bibl. Archaeol.).. IX,

[C. P. Tiele, Over twee belangrijke Babylonische docu-
menten, ontdekt op het Britsch Museum. XVIII,

654]

B. ISRAELIETISCHE GODSDIENST (EN JODENDOM).

1. TAAL EN TEKST VAN HET O. T.

J. P. N. Land, De nieuwe richting in de Hebreeuwsche
grammatica.
De Lagarde's plan van eene uitgaaf der
Septuaginta..

H. Oort,

[De Lagarde, Over den Masoretischen tekst des O. T.
(uit Gött. Gel. Anzeigen) medeged. d. A. K. V,

[A. Kuenen, De stamboom van den Masoretischen tekst

118]

des Ouden Testaments (naar aanl. van

L. Diestel, Geschichte des A. T. in der
christl. Kirche).

Critische Harmonistiek (naar aanl. van H.

III,

139-164

Grätz, Geschichte der Juden, I)........................ VIII, 263-300 Overlevering of historische ontwikkeling

(naar aanl. v. Grätz, Gesch. d. Juden, II. X, 549-576 Drie wegen, één doel (naar aanl. van E.

Renan, Histoire du peuple d'Israël; R.
Kittel, Gesch. d. Hebräer; F. Baetchen,

Beitr. z. Semitischen Religionsgeschichte.. XXII, 473-495,

b. Betreffende Pentateuch en Jozua.

571-588

H. Oort,

De legenden van de sluiting des verbonds

bij den Sinaï en Israëls zonde in de woestijn III, Ontleding van Num. XIII en XIV................ III, A. Kuenen, De priesterlijke bestanddeelen van Penta

وو

teuch en Jozua....

......

1-18

251-266

IV, 391-426, 487-526

H. W. Kosters, Bijdrage ter bepaling van den betrekkelijken ouderdom der historische gedeelten van het Boek der Oorsprongen...

A. Kuenen, Nog eens de priesterlijke bestanddeelen van

Pentateuch en Jozua ....

A. Kuenen, Bijdragen tot de critiek van Pentateuch en
Jozua :

Babylonische vergeleken....... XIX, 161-179, 321-346 A. Kuenen, De Critiek van den Hexateuch en de ge

schiedenis van Israëls godsdienst. . . . . . . XIX, 491-530 De jongste phasen der kritiek van den Hexateuch (naar aanl. van geschriften van W. Vatke, A. Dillmann, M. Vernes en

J. Halévy)........ XXII, 15-57 (vgl. XXIII, 652 vv.) De geschiedenis der priesters van Jahveh en

de ouderdom der priesterlijke wet...... XXIV, 1-42

J. C. Matthes, De scheppingsdagen..

W. Caland, De schepping volgens Genesis en de Eraan

sche overlevering

XI, 357-370

XXIII, 179-185

A. Kuenen, De eerste dag van het feest der ongezuurde

brooden ....

III,

267-286

c. Betreffende de overige boeken van het O. T.

J. Herders chee, Het slotvers van 2 Sam. XII......

189-210

J. P. N. Land, Prof. Rutgers en de tweede Jesaia... I,

J. C. Matthes, Bestrijdt Deutero-Jesaia het Parzisme? XI, 567-592 H. Oort,

Kritische aanteekeningen op Jesaia XL

377-409

J. H. Scholten, De lijdende knecht Gods. Jesaia LIII. XII,
H. Oort, Ezechiël XIX, XXI:18, 19 vgl. 24 vgl.. XXIII, 504—514
M. Th. Houts ma, Bijdrage tot de kritiek en verklaring

J. C. Matthes, IIet boek Joël. I, De opvatting. II, De

verhouding tot andere boeken... XIX, 34—66, 129–160

J. G. de Hoop Scheffer, Is Joël een apocalypticus

van 't jaar 400 v. Chr.....

J. C. Matthes, Nieuwe Joëlstudiën

H. Oort,

XIX, 571-595

XXI, 357-381

De profeet Amos..

XIV, 114-159

Het vaderland van Amos.

XXV, 121-126

M. J. de Goeje, Ter verklaring van Micha III-V. Proeve
van verklaring van Micha IV: 1—V, 2. VI,
A. Kuenen, Ter verklaring van Micha III-V. Nalezing. VI,
M. Th. Houts ma, Habakuk II: 4 en 5 verbeterd..... XIX,
H. Oort, Habakuk....

XXV, 357-367

J. P. N. Land, Drie psalmen verklaard (68, 120, 133). VI, 540-575 J. Dyserinck, Kritische scholiën bij de vertaling van

279-284

285-302

180-183

S. Hoekstra, Job, de knecht van Jehova (naar aanl. van

geschriften van L. Seineke) .

XIX,

379-425

Deel.

Bladz. 492-542

XVII, 113-144

A. Kuenen, Job en de lijdende knecht van Jahveh ... VII,
A. Kuenen, Qoheleth (naar aanl. v. E. Renan, l'Ecclé-

siaste)

[Clermont Ganneau, Mané, Thécel, Pharès et le festin de Balthasar (uit Journal Asiatique) mede

ged. d. A. K..

. . . . .

XXI, 238]

3. GESCHIEDENIS VAN VOLK EN GODSDIENST GEDURENDE DE PERIODE VAN HET O. T.

A. Kuenen, De stamvaders van het Israëlietische volk. V, C. P. Tiele, Mozes en de uittocht der Hebreën, in verband met Egyptische oorkonden....

255-312

M. Th. Houts ma, Israël en Qain...

VII,
X,

618-634

83-98

[A. Kuenen, Mededeelingen over den zuil van Mesa... IV, 356, 457, 661;

V, 251, 590; VI, 239]

H. Oort, De heiligdommen van Jehova te Dan en te
Bethel vóór Jerobeam I (naar aanl. v.

H. Pierson, Baethyliendienst)

I,

285-306

H. Pierson, De tempel te Silo (naar aanl. van eene

J. C. Matthes, De inrichting van den eeredienst door

Jerobeam I (naar aanl. van A. Kloster

mann's verklaring van 1 Kon. XII: 26–33). XXIV, 566–581

J. C. Matthes, Mythen in het O. T. (naar aanl. v. J. Gold

ziher, Der Mythos bei den Hebräern). XI, 188-214, 241-276

J. P. N. Land, Over den godsnaam en den titel

A. Kuenen, De integriteit van Ex. XIII:11–16 (De

Jahveh en Molech...

W. H. Kosters, De Mal'ach Jahwe..

رو

دو