J. J. Prins, J. M. S. Baljon, lets over den tekst van den tweeden brief van Paulus aan de Korinthiërs.... XXI, 432-440 De brief aan de Galatiërs in de Ed. VIII van Tischendorf.... VI, 615-627 M. A. N. Rovers, Een strijdigheid weggenomen? (naar aanl. v. Prof. Hofstede de Groot's verkla ring van de verhalen der Handelingen III, 403-409 [L. S. Potevin over Hand. XXVI:28 (uit Bibliotheca Sacra) medeged. d. A. D. L... . . . XXIV, 534] S. Hoekstra, Proeve van verklaring van Rom. V: 126. II, 63-74 A. H. Blom, Verklaring van Rom. VIII: 12 J. W. Straatman, 1 Kor. VII:17–22. XVIII, 172-174 XI, 24-62 W. C. van Manen, De verloofden te Korinthe (1 Kor. VII: 36-38). VIII, 607-616 A. H. Blom, Aanteekening op 1 Kor. XI: 25.. S. Hoekstra, Proeve van verklaring van 1 Kor, XV: 29, 30...... A. H. Blom, Verklaring van een paar loci Paulini (1 Kor. J. H. Scholten, De glossolalie. Verklaring der uitdruk- [A. Klöpper over 2 Kor. III:13 en Gal. III: 20 (uit Hilgenfelds Tijdschr.) medeged. d. A. D. L. IV, A. H. Blom, Aanteekening op Gal. II:11 en 13...... XIII, J. J. Prins, Nog iets over Gal. III: 20 en in verband daarmede over vs. 13 en 16........... XII, A. H. Blom, Handhaving mijner verklaring van Gal. 1II: H. P. Berlage, De juiste verklaring van Gal. VI: 2. Eene exegetische proeve... XXV, 47-61 b Geschiedenis en leerbegrip. Deel. Bladz. J. H. A. Michelsen, Feestgave ter gelegenheid van de viering van het 1800-jarig martelaarschap A. H. Blom, Jacobus en Petrus. Bijdrage ter verklaring van Gal. II... 315-334 M. A. N. Rovers, Een poging tot rehabilitatie van Petrus J. J. Prins, A. H. Blom, XVII, 440-449 Beoordeeling van Straatmans gevoelen over leven der Apostelen, volgens Straatman. XIII, H. U. Meyboom, Het Romeinsch burgerrecht van Paulus. XIII, دو 1-44 45-54 477—513 73-101, 239-267, 310-336 Het getuigenis van Paulus te Jeruzalem.. XIV, 395-421, 599–621; XV, 96—116, 224–247 A. H. Blom, Waar Paulus de Christenen heeft vervolgd. XIII, 337-343 Paulus en de evangelische traditie ... XIII, 343-357 De betrekking van de zonde tot den Chris- Het belang van Jezus' opstanding voor de XIV, 373-388 XIV, 388-394 (vgl. XV, 95) Het ontstaan van het evangelie van Paulus. XV, 53-95 Paulus en Barnabas... XVI, 186-199 c. Het vraagstuk van de echtheid en de compositie der Hoofdbrieven. A. D. Loman, Quaestiones Paulinae. Prolegomena. 1. Noodzakelijkheid eener herziening van 2. Onderzoek naar de echtheid van den XVI, 141-185 XVI, 302--328 3. Vervolg. De uitwendige bewijzen etc. XVI, 452-487 van Dr. J. H. Scholten, Historisch- ... XVI, 593-616 4. 2de vervolg en slot van hoofdstuk I, .... A. D. Loman, Varium, naar aanl. v. J. J. Prins' Apo وو logetische Polemiek.. XVII, 241 Quaestiones Paulinae. II. § 1. Terugblik en W. C. van Manen, Bezwaren tegen de echtheid van Pau lus' brief aan de Galatiërs. . . . . . XX, 319-349 A. D. Loman, Paulus en de Kanon (c. Van Manen)... XX, 387-406 491-536 XXI, 65-91 Verisimilia van A. Pierson en S. A. Naber). XX, J. J. Prins, De brief aan de Galatiërs in tegenspraak met zich zelven gebracht. H. P. Berlage, De Verisimilia. Bijdrage tot de karakteristiek van dit geschrift... W. C. van Manen, Marcion's Brief van Paulus aan de Galatiërs. XXI, 143-162 L. Geschiedenis en stand van het vraagstuk. XXI, 4. De vermoedelijke tekst..... D. Völter, Ein votum zur Frage nach der Echtheit, Integrität und Composition der vier Paulinischen Hauptbriefe.. H. U. Mey boom, De Canon van Marcion.. S. Hoekstra, Het subject (God of Christus) van Efez. S. Hoekstra, Over de echtheid van den brief aan de Filippiërs.... IX, 416-479 ... J. W. Straat man, Clemens en de οἱ ἐκ τῆς Καίσαρος oixías van den brief aan de Filippiërs... XV, 429-438 A. H. Blom, De polemiek in den brief aan de Kolossers. XVI, 393-427 [W. Grimm, Over den vorm, het datum, de plaats van bestemming en den auteur van den He- ged. door A. D. L... IV, 106] H. U. Meyboom, Jezus en Paulus in den Hebreërbrief. XVIII, 412—452 A. H. Blom, Het Antipaulinisme van den Jacobusbrief.. VI, 241-272 137-188 S. Hoekstra, Oorsprong der verwantschap van den eer- J. W. Straatman, De brief van Judas .... XIII, 102-117 Judas en den tweeden brief van Petrus. XXII, 314–350 5. DE APOCALYPSE. J. H. Scholten, De Apostel Johannes in Klein-Azië .. V, 597-691 met Naschrift.... M. A. N. Rovers, Een paar hoofdstukken uit de Jo hannes-literatuur van den jongsten tijd; 1ste ged. (naar aanl. v. J. H. Scholten, De Ap. Joh. in Klein-Azie VI, 325-330 VII, 60-71 (vgl. 234) S. Hoekstra, De christologie der Apocalypse .... III, 363-402 A, H. Blom, De Apocalypse en de brieven van Paulus Verklaring van Apoc. XIII: 13—15................ XVIII, 175–181 A. H. Blom, De ondergang van Rome naar de Apocalypse. XVIII, 541—551 De bestemming van de Apocalypse....... XIX, 184—201 H. U. Meyboom, Jezus en Paulus in de Apocalypse.. XVII, 5S-80 D. Völter, Neueres über die Apocalypse (naar aanl. M. A. N. Rovers, De jongste hypothese over den oor sprong der Johanneïsche Apocalypse (de XXII, 496-507 Een nieuwe hypothese over de Apoc. van D. Völter, Cerinth in der Apocalypse (Ein Fragment aus einer neuen Untersuchung derselben). XXV, 259-292 II. OUD-CHRISTELIJKE LITERATUUR BUITEN HET N. T. A. D. Loman, De Apocalypse van Barnabas. tatio; met A. D. Loman, Ad viri doct. G. Volkmari adnotationem etc. observationes criticae..... W. C. van Manen, Een vraagteeken bij het geboortejaar van Barnabas' brief..... A. D. Loman, Een vraagteeken bij Dr. van Manen's kritiek XVIII, 182-226 XVIII, 491–495] XVIII, 552-572 ... XVIII, 573-581 D. Völter, Die Lösung der Ignatianischen Frage........... XX, 114-136 J. van Loon, Dr. D. Völter's hypothese ter verklaring van het Ignatiaansche vraagstuk. .... XX, D. Völter, Ignatius-Peregrinus?.... J. van Loon, Laatste verschijnselen op het gebied der Ignatiaansche kritiek..... 569-586 XXI, 272-320 XXII, 420--445 H. U. Meyboom, Marcion en Paulus in de Clementijnen. XXV, 1-46 De leer der XII Apostelen ..... XIX, 531—551, 596-632 J. M. Vorstman, De samenstelling van de testamenten der XII patriarchen (naar aanl. v. Fr. III. KERK- EN DOGMENGESCHIEDENIS. J. H. A. Michelsen, Paulinisme en Petrinisme in het na-apostolisch tijdvak. XIX, 426–432 1. Johannes de Dooper en Petrus...... IX, 155-169 |