biesje en de gulp van wit laken regt vierkant afgesneden, met drie kleine uniform knoopen; de zakkleppen in de lengte en niet in de breedte der panden, zijnde dezelve voorzien van witte biesjes.

"De twee soorten van broeken als die der Grenadiers.

-Donkergrijze overrok als die der Grenadiers;, doch in plaats van roode, wit laken gulpen. -De schacot als die der soldaten, doch de lis der kokarde, de schacot-plaat en stormbanden verguld, het nummer op de plaat van mat zilver, en de kokarde van zijde, het vlammetje geplaatst in eenen vergulden tulp op den bal zijnde deze laatste voor de officieren van den staf van goud even als de ring aan het vlammetje.

Behoort bij's konings besluit van den 27sten september 1829 no. 114.:

Mij bekend,

De Secretaris van staat

(geteekend) J. G. DE MEY VAN STREEFKERK

1

Accordeert met deszelfs orgineel,
De Griffier ter Staats Secretarie,
(geteekend) D'HAMECOURT. g.
Voor eensluidend afschrift,

De Secretaris Generaak bij het Departement
van Oorlog,

geteekend) J. P. SCHEFFER.

Gijmnastische oefeningen.

's Gravenhage den 24sten october 1829 L, Z2.i Aan de Heeren Generaals belast met het toezigt over de korpsen infanterie in de zes groote militaire kommando's.

De officieren van de afdeelingen Infanterie bestemd geweest tot het opnemen van het onderwijs der gymnastiek, bij de daartoe opgerigte centrale school te Brussel, alreeds se-> dert eenigen tijd naar hunne korpsen teruggekeerd zijnde, zullen er zeker reeds maatre- . gelen genomen zijn, om op den 1sten november aanstaande, wanneer ook de onder-officieren uit Brussel terug keeren met genoemd onderwijs eenen aanvang te kunnen maken. Namens Zijne Koninklijke Hoogheid den Commissaris Generaal van Oorlog verzoek ik UHEd. Gestr. aan Hoogstdenzelven mededeeling te doen, hoedanig ten deze is gehandeld, als mede welke localen tot dit onderwijs zullen worden gebezigd. Mogten er bij het een of andere korps moeijelijkheden bestaan omtrent de localen, zullen de Chefs derzelve, namens Zijne Koninklijke Hoogheid in overleg

NB. Gelijksoortige aanschrijvingen zijn gezonden aan het Departement van den Grootmeester der Artillerie, aan den Heer Luitenant Generaal Opperbevelhebber der Kavallerie en ́aan den Chef der algemeene directie van de Genie.

Jeg moeten treden met het plaatselijk bestuur, zijnde het Hoogsdeszelfs stellige begeerte, dat het bedoeld onderwijs, bij het geheele leger worde ingevoerd.

Tot het aanschaffen van de alsnog bij de korpsen benoodigde toestellen voor de gÿjmnastische oefeningen, heb ik de eer UHEd. Gestr. mede te verzoeken, de vereischte magtiging aan de Chefs derzelve te verstrekken; zullende de daarop loopende kosten moeten worden gebragt op het fonds van buitengewone en onvoorziene ontvangsten en uitgaven. In steden waar zich met de Infanterie ook korpsen Kavallerie of Artillerie, of twee afdeelingen te zamen bevinden, zal men zich indien er geen genoegzaam locaal voor ieder korps afzonderlijk kan worden gevonden, dienen te verstaan tot het onderling gebruik van het voorhanden zijnde; terwijl het alsdan ook niet noodzakelijk zal wezen, om voor ieder derzelve de toestellen aanteschaffen, zullende de kosten in evenredigheid kunnen worden verdeeld. Indien bij de op handen zijnde terugkomst der te Brussel gedetacheerde onderofficieren, op den isten november aanstaande de localen en toestellen niet in gereedheid zijn, zal men evenwel dadelijk met het onderwijs eenen aanvang moeten nemen, met die gedeelten waartoe dezelven niet zoo zeer vereischt worden, L 3 daar

daar het anders te vreezen is, dat gemelde onder-officieren, door het niet voorzetten der oefeningen, de geschiktheid tot het onderwijzen allengskens zouden verliezen.

In afwachting van de bevelen, welke nader omtrent dit onderwijs noodig mogten worden .geoordeeld, zal het onderwijs voorloopig alleen bij den staf der afdeelingen, aan alle aldaar present zijnde onder-officieren en manschappen worden gegeven, waartoe dagelyks twee uren, door de kommanderende officieren te bepalen, zullen worden afgezonderd.

De Generaal Majoor Directeur voor het
personeel en de militaire zaken.
(geteekend) Bon VAN TENGNAGELL.

Fourrage

's Gravenhage den 31sten october 1829 La. R.

Aan de Heeren Agenten van het Departement van Oorlog in de zes groote militaire kommando's

Ten einde de bestaande bedenkingen optevoor paar- heffen, nopens het berekenen der, bij art. den der 24 van Zijner Majesteits besluit van den 7den julij

adjudanten

van de af- ll. n°. 104, (*) toegekende schadeloosstelling

deelingen

Infanterie.

() Zie hiervoren bladz. 105.

voor

voor fourages van een paard aan de daarbij bedoelde adjudanten der korpsen Infanterie heb ik de eer Mijn Heer U in naam en op last van Zyne Koninklijke Hoogheid den Commissaris Generaal van Oorlog kennis te geven, dat deze schadeloosstelling volgens het getal dagen, waarvoor zij op de verzameling der monsterrollen zal zijn uitgetrokken in rekening kan worden gebragt, en zulks op denzelfden voet en op gelijke wijze, als dit ten aanzien der hoofd- officieren van dat wapen is bepaald bij de circulaire aanschrijving van het Departement van Oorlog van den 13den februarij dezes jaars La. J. (*);

Ik verzoek U Mijn Heer deze beschikking kenbaar te willen maken aan de korpsen Infanterie onder uwe beheer om zich daarna te kunnen gedragen.

De Generaal Majoor Directeur van de
administratie bij het Departement
van Oorlog.

(geteekend) REUTHER.