Page images
PDF
EPUB

Er bestaat wel geen land op dezen aardbodem, dat tegenwoordig meer algemeen de aandacht van het beschaafde Europa trekt, dan het groote Staten-verbond van NoordAmerika. Dit groote Staten-verbond, eene Unie in omvang en kracht zoo als de Geschiedenis geen tweede kent, mag met regt als een wonder beschouwd worden. De oorzaak daarvan ligt dieper dan in den stoffelijken welvaart en den vooruitgang, welke die jeugdige staten genieten. Niet slechts de aardrijkskundige ligging en de voordeelige gesteldheid van den grond voor landbouw, handel en nijverheid, maar de geheele loop der Geschiedenis van omtrent twee en eene halve eeuw, wanneer men tot de oorzaken, of met andere woorden, tot de beginselen en levenskrachten daarvan wil doordringen, bragt dat wereldwonder te weeg. Het staat daar als een verblijdend verschijnsel der menschheid. De wijsgeerige geschiedvorscher, zoowel als de schrandere staatsman, die de belangen van eigen land en volk voorstaat; de voorstander van staatkundigen vooruitgang, zoowel als de geloovige Christen, vindt daarin eene uitlokkende stof ter behandeling. De eerste spoort daarin oorzaken en onvermijdbare gevolgen, beginselen en vruchten na; de laatste, de Christen, ziet er, gelijk overal in de Geschiedenis, maar hier vooral duidelijk, de leidende hand der Voorzienigheid in, die het lot der volkeren regelt en de toekomst bepaalt.

Merkwaardig is van het begin der eerste nederzetting

[ocr errors]

af, het vrijheids-zaad, dat in den Amerikaanschen bodem werd uitgestrooid; merkwaardig niet minder zijne ontwikkeling en welige groei, die, hoewel dikwijls onder stormen en dreigende orkanen gebogen, steeds toenam in kracht, en zelfstandigheid, en in menig opzigt alleen den weelderigen plantengroei evenaart van den Amerikaanschen grond. Merkwaardig en opmerkelijk is, inzonderheid reeds in onze dagen, de tegenstelling van het oude en verouderde Europa, met zijne monarchale en kwijnende instellingen, tegenover het jonge Amerika met zijne volksregering en bloeijende inrigtingen. Zie die tegenstelling verder: in Europa een toenemend pauperisme, en den verbazenden schuldenlast der meeste staten, tegenover de verwonderlijk snelle aangroeijing der bevolking en de even snelle toeneming van rijkdom en welvaart in Amerika; - het drukkende despotisme en de banden der drukpers aan den grijzen Rhijn, tegenover de geheele volksvrijheid en vrijheid van schrijven en spreken aan den Hudson; de geheime woelingen eener zekere partij, die licht en verlichting schuwt, in Europa, waar men alle pogingen ziet in het werk stellen, om op nieuw een afgesleten pauselijk gezag op onkunde en bijgeloof te vestigen, tegenover de vele instellingen ter verspreiding van kunst en wetenschap in Amerika, waar het volk geenen vreemden, verderfelijken invloed, maar verlichting en helder inzigt wil. En inderdaad hoogst merkwaardig en opmerkelijk is juist dit punt van tegenstelling tusschen de oude en nieuwe wereld, waarop wij eenige meerdere aandacht willen vestigen: beschouw het slaafsche pauselijke gezag, in de oude wereld, dat in Italie zelfs, door Fransche bajonetten wordt gehandhaafd, dat in Spanje, Portugal, Ierland, Oostenrijk, Belgie, de Rhijn-provinciën en overal, waar het gevestigd is, de vrije ontwikkeling en welvaart der volkeren belemmeren den geest uitbluscht, tegenover den opgewekten en veerkrachtigen vrijen geest van het Protestantisme in de nieuwe wereld, dat overal, waar deze geest doordrong, welvaart en zegen verspreidt, en nieuwe staten sticht, zoo als Nieuw-Nederland en Nieuw-Engeland, welke grootendeels de 13 oudste staten van het groote Staten-verbond voortbragten.

Men lette op de geheime woelingen en den strijd, om het Schoolwezen, dien zedelijken hefboom der volkeren, in handen te krijgen, of wel te neutraliseren en zoo veel mogelijk nutteloos te maken, door het van den Protestantschen, opwekkenden geest en beginselen te berooven in Europa, in ons eigen vaderland; tegen over de millioenen schats, die Amerika, die Nieuw-Nederland, thans Nieuw-York en andere staten, jaarlijks besteden om het volksschool wezen tot eene nimmer gekende uitbreiding en ontwikkeling op te voeren. Inderdaad dat alles, en zoo veel meer, zijn slechts eenige dier verblijdende verschijnselen in de Vereenigde Staten, die waardig zijn de aandacht te trekken, van het oude halfrond, dat daarbij steeds meer op den achtergrond geraakt.

Van waar die verschijnselen in de nieuwe wereld, tegen over den achteruitgang van zoo vele staten in Europa? Zoo vraagt de opmerker. De oorzaak, zeiden wij boven, ligt dieper dan in de gunstige gesteldheid van den vruchtbaren Amerikaanschen grond, dieper dan in de stoffelijke welvaart des lands.

Alleen de Geschiedenis kan ons die vraag bevredigend beantwoorden. Aan hare hand geleid bezoeken wij nog éénmaal, gelijk wij in den zomer van 1850 in werkelijkheid deden, de boorden van den prachtigen Hudson, en den Raritan, de watervallen van den Passaic, en daar het heiligdom der Amerikanen, den huiveringwekkenden en imposanten rotstempel der natuur, die in zijn ruwen natuurstaat, den tand des tijds, welligt van de gansche tegenwoordige formatie van Amerika, getrotseerd heeft, en tot den afloop der eeuwen trotseren kan; dat heiligdom der Amerikanen, waar de onsterfelijke Washington, om het verspiedend oog der onderdrukkers te ontgaan, reeds in het gebed geknield lag, toen Lafayette daar met hem kwam beraadslagen over de vrijmaking van Amerika. Aan de hand der Geschiedenis, die leermeesteresse der volkeren, die getuige der waarheid, willen wij onzen blik rigten naar het oude Nieuw-Holland of Nederland, naar Staten-hoek en kaap Cod; naar de forten Nieuw-Amsterdam en Oranje aan den Hudson, om de wonderen op te merken, die de tijd aldaar in den loop van

minder dan twee en eene halve eeuw, inzonderheid sedert de vrijverklaring van Amerika, in het laatst der vorige en het begin dezer negentiende eeuw, heeft tot stand gebragt.

Nemen wij daarbij in aanmerking, wat Noord-Amerika vóór den roemrijken vrijheids-oorlog, wat het vooral ook bij de eerste nederzettingen der Hollanders en Puriteinen was; wat het nu is, en nog meer voor de toekomst belooft te worden, dan staat Amerika inderdaad, zoo als wij het boven noemden, als een wereldwonder daar, dat den eerbied en de bewondering zelfs van Europa's grijze staten verwekt. Vergelijken wij op het gebied der Geschiedenis den vorigen en tegenwoordigen toestand van Amerika, wat valt ons dan al dadelijk in het oog? Toen, bij de eerste ontdekking der Noord- of Mauritius-rivier (thans Hudson) door Hendrik Hudson, voor nog geene 250 jaren, een onbebouwd land door onbeschaafde Indianen bewoond, waaronder de Algonkins, Irokesen, de Manhatta's en andere stammen, die de wouden en oevers der rivier, benevens de eilanden, bewoonden; thans een land door beschaafde blanken bebouwd, waaronder de Angelsaksische en Germaansche stam, en onder deze de Hollanders, voornamelijk predomineren, en de Indianen, door den invloed der beschaving en het zedelijk overwigt, tot in de gewesten en territoriën van het verre Westen, in de wouden en prairiën achter den Mississippi terug gedrongen. Toen, bij de eerste nederzettingen der Hollanders aan den Hudson, in 1630, slechts enkele forten en burgen, gelijk het fort Amsterdam en Oranje, Godijns, Rensselaars, Weely's, de Laets- en Bloemaertsburg, om geene meer te noemen; thans rijk bevolkte steden, bloeijende dorpen en plaatsen, sierlijke villa's, waar vroeger de wigwams of hutten der Indianen stonden. Naauwelijks behoef ik hier NieuwYork, Albany, Catskill en andere plaatsen te noemen, waarvan de eerste, oorspronkelijk Nieuw-Amsterdam, thans reeds als wereldstad beroemd is; terwijl zij daarin misschien nog als éénig onder de wereldsteden optreedt, dat in hare straten nog niet de armoede rondwaart, die zich in alle groote steden van Europa in hare afgrijsselijke gedaante vertoont, en angst en bekommering voor de toekomst verwekt.

« PreviousContinue »