Page images
PDF
EPUB

(Board of Northern Agency) ingesteld, welke zich uitstrekten binnen de grenzen der bijzondere Synode van Albany, aan wien het toezigt der zendelingen, binnen hare grenzen, behalve in de Classis van Ulster werd opgedragen. Deze zendingen zijn echter onderworpen aan het zendelingsbestuur (Missionary-Board) van Nieuw-York; ten opzigte der aanstellingen van zendelingen mogen zij alleen voorstellen en voordragten doen. Nadat men eene uitbreiding van hunne magt gevraagd had, stelde de Synode een tweede Bestuur der zendingen in Albany, met gelijke magt als dat van Nieuw-York, en nam tevens het besluit, dat de leden dezer beide Besturen (Boards) voortaan jaarlijks door de Synode zouden benoemd worden.

In de zitting der Synode van het jaar 1831 werd het Bestuur van binnenlandsche zendingen (domestic Missions) op den navolgenden voet geregeld, en besloten:

,,Dat de Synode een Bestuur der zendingen zal stellen, bekend onder den naam van Zendelings-bestuur (Board of Missions) der algemeene Synode der Hervormde Hollandsche Kerk, aan welk bestuur zal worden opgedragen alle zendelings-werk der Kerk. Dit Bestuur zal bestaan uit 34 leden, waarvan ten minste de helft en niet meer dan tweederden in de stad Nieuw-York zal wonen, terwijl de overigen zullen benoemd worden uit de andere deelen der Kerk. Een derde der leden, zal jaarlijks door de Synode gekozen worden, zoodat het geheele ligchaam om de drie jaren zal vernieuwd zijn. Gemelde Raad zal de bevoegdheid hebben jaarlijks zijne eigene leden van Bestuur te kiezen, en alle gepaste en noodzakelijke maatregelen te nemen, ter bevordering van het zendelings-werk; maar ten allen tijde onderworpen aan de Synode, waaraan jaarlijks een' beredeneerd verslag van al het verrigte zal worden voorgelegd.

Aan negen, later sedert 1833, aan zeven leden van dien raad, werden alle loopende werkzaamheden opgedragen.

Buitenl. zendingen. Hoewel er veel belangstelling in de zendingszaak onder de Heidenen in de Kerk bestond, en veel door hare leeraars en leden verrigt werd om het werk der toen bestaande buitenlandsche Zendelings-vereenigingen te ondersteu

nen, zoo blijkt het echter niet, dat de algemeene Synode eenige dier vereenigingen erkende, of hare bescherming aanbeval; noch ook, dat zij zich de regeling dezer zaak aantrok voor het jaar 1816. In dat jaar werd namelijk door de algemeene vergadering der Presbyteriaansche Kerk eene uitnoodiging aan de Hervormde Hollandsche Synode gerigt, om zich met haar en de geassocieerde Hervormde Kerk (Associate Ref.-Church) te vereenigen, ten einde een Zendelings-genootschap voor het buitenland (Foreign Missionary Society) te stichten. Diensvolgens werd er door de Synodé eene Commissie benoemd, om zich met die van gemelde kerken daarover te verstaan. Het gevolg dier beraadslagingen was, de stichting van een vereenigd zendeling-genootschap voor het buitenland, (United Foreign Missionary Society) waarvan het plan en de grondslagen werden aangenomen door de Synode in 1817. Deze organisatie duurde tot het jaar 1826, toen op voorstel van den raad van Bestuurders, de Synode hare toestemming gaf, om de belangen van gemeld Genootschap over te dragen aan den Amerikaanschen raad van Bestuurders voor buitenlandsche zendingen (American Board of Commissioners for Foreign Missions). Ten zelfden tijde beval de Synode aan het Bestuur der binnenlandsche zendingen (Domestic Missionary Board) in de stad Nieuw-York aan, om geschikte middelen te willen beramen, ten einde het zendelings-werk te beginnen onder de oorspronkelijke inboorlingen van N. Amerika en elders. Maar hoezeer het scheen, dat er een sterk verlangen bestond bij velen, dat de Kerk eene buitenlandsche zending op eigen kosten zou ondernemen, zoo werd er echter niets bepaalds in dit opzigt aangenomen. In 1830 werd door de bijzondere Synoden eene aanbeveling, betreffende de buitenlandsche zendingen, aan de onmiddelijke en ijvervolle aandacht der algemeene Synode gedaan. Na eene rijpe beraadslaging, werd er eene Commissie benoemd om zich te verstaan met het bestuur der Amerikaansche buitenlandsche zendingen, met het oogmerk om in verbindtenis te treden met dat ligchaam, hetwelk der Synode voordeelig zou zijn in de leiding van hare buitenlandsche zendingen. De uitslag dezer onderhandeling was het aannemen van de

navolgende overeenkomst, waarnaar de buitenlandsche zendingen der Kerk sedert dien tijd bestuurd worden. (Oct. 1832).

[ocr errors]

De verkiezing van zendelingen en de bijzondere leiding der zendingen worden', door de wetten en reglementen van het Amerikaansche Bestuur (American Board) des zendelinggenootschaps, tot een bijzondere pligt gemaakt van de Commissie van Toezigt (Prudential Committee). Maar de vrienden der zendingen in de Gereformeerde Hollandsche Kerk, hetzij dat zij handelen als afzonderlijke personen, of naar goedvinden, of in kerkelijke vereeniging, zullen het regt genieten, naar goeddunken te beschikken over hunne bijdragen ter ondersteuning van zendelingen van hunne eigene Kerk, en wel zoo als zij verlangen. Wanneer eenig jong man der Hervormde Kerk, de vereischte bekwaamheden bezit en genegen is uit te gaan, zoo wil de Commissie van Toezigt hem met vreugde aannemen, en hem uitzenden als zendeling van het Amer. Bestuur."

,, Ook zal er geene bedenking bestaan tegen de oprigting eener eigene zending, met eene onderscheiden kerkelijke inrigting, overeenkomstig hare eigene inzigten en wenschen. En wanneer de vrienden der zendingen in die Kerk hunne bijdragen zouden willen bestemmen voor deze of gene zending of voorwerp, binnen den werkkring van het Bestuur, en zulks doenlijk is, die bijdragen wijsselijk te besteden voor zoodanige zending of voorwerp, zoo kan er geene bedenking bestaan tegen zoodanige bestemming, en de wenschen der gevers zullen heiliglijk worden opgevolgd. Wanneer er meerdere ontvangst mogt bestaan van de Hervormde Hollandsche Kerk, boven de onkosten der eigene zendelingen van die Kerk, zoo zal het overschot natuurlijk komen voor de algemeene zendelingen van het Bestuur. Wanneer het te eeniger tijd raadzaam mogt bevonden worden, het getal zendelingen te vermeerderen in de zendingen, die door de Hervormde Kerk begonnen zijn, en als geschikte personen in die Kerk hunne diensten daartoe aanbieden, en zich naar deze zendingen verkiezen te begeven, zoo zullen zij de voorkeur hebben boven alle anderen."

Ingevolge deze overeenkomst tusschen de Commissie der Synode en het Amerikaansche zendeling-genootschap, werd door de Synode besloten,, dat een Bestuur van buitenlandsche zendingen der Hervormde Kerk," zou benoemd worden, dat zich met gemelde Genootschap in betrekking en briefwisseling zal stellen, enz. en jaarlijks een verslag van zijne verrigtingen moet uitbrengen. Dit Bestuur bestaat uit 15 leden, waarvan elk jaar een derde moet gekozen worden, zoodat het geheele ligchaam om de drie jaren vernieuwd zal zijn. Zeven dier leden moeten in Nieuw-York wonen, vier hunner maken een quorum uit voor de loopende bezigheden.

en

Wij hebben voor ons liggen een jaarlijksch verslag van bovengemelde Am. Board of Commiss. for Foreign Missions, uitgebragt in hare jaarlijksche vergadering in Pittsfield, 11 Sept. 1849, onder voorzitting van den algemeen geachten Dr. Theod. Frelinghuysen, een afstammeling van den bovenvermelden Frelinghuysen, die in 1720 zich aan de boorden van de Raritan kwam vestigen. Wij staan verbaasd over den uitgebreiden en zegenrijken werkkring van dat invloedrijke ligchaam, waaraan de Hervormde Kerk, waartoe gemelde Voorzitter behoort, zulk een verblijdend aandeel neemt. Niet slechts in Noord-Amerika zelf, onder de Indianen in Nieuw-York, de Abenaquis, Objibwas, Sioux, Cherokees, Choctaws en in het Oregon-gebied, strekt zich die werkkring uit, maar het Genootschap onderhoudt zelfs zendelingen in Europa, Afrika en Azië, als in Griekenland en Turkije, onder de Joden; in Zuid-Afrika, Syrie, Persie, Bombay, Ahmednugguz, Madras, Madura, Ceylon, Siam, Canton, Amoy, Fuh-Chau, Borneo en op de Sandwich-eilanden.

Ook op deze naamlijst der leden treffen wij wederom een aantal Nederlandsche namen aan, behalve de reeds bovengenoemden: van Aken, van Alstine, van Antwerp, van Bergen, van de Water, van Kleek, van Lennep, van Olinda, van der Voort, van Zant, en anderen, die wij voorbijgaan. Genoeg reeds hebben wij er ook genoemd, om aan te toonen, dat Bijbel- en zendeling-genootschap, beide ondersteuning en deelneming vinden

bij afstammelingen uit Nederland, en hoevelen zullen daaronder buitendien worden aangetroffen, wier afkomst door geen van gelijk deze gekenmerkt is, wier namen in verloop van tijd verbasterd zijn?

[ocr errors]

Onmiddelijk aan dit werk van binnen- en buitenlandsche zending, sluit zich in de Hollandsche Gereformeerde Kerk, de werkzaamheid aan, die zij met het Amerik. Genootschap ter verbetering van het lot der Joden ondernam, en waarvan in 1850, de Eerw. predikanten der Hollandsche kerk, Philip Milledoler voorzitter, Thomas de Witt en anderen, als Abraham van Nest, mede-voorzitters en bestuurders zijn. Ook hier schijnen onderscheidene gezindheden tot dat loffelijke doel de handen ineen te slaan, en zendelingen te onderhouden, met het bepaalde doel om ook aan Israël het Evangelie te verkondigen. Van wege dit Genootschap wordt een maandschrift uitgegeven onder den titel van Jewish Chronicle. In het VI. Dl. treffen wij aan het 27ste jaarlijksche verslag (Junij 1850); benevens de leerrede bij die gelegenheid uitgesproken door den Eerw. John Dowling, als schrijver eener voortreffelijke Geschiedenis der Roomsche kerk bekend. Door dit maandschrift, waarin ook verscheidene berigten, omtrent den toestand der Joden in Amsterdam voorkomen, wordt ongetwijfeld de belangstelling in het bekeeringswerk van Israël ongemeen opgewekt. Onder de zendelingen der verschillende kerkgenootschappen, die hier zamenwerken, als die der Methodisten, Congregationalen, Lutherschen, Hollandsch-Gereformeerden, Presbyterianen, Baptisten enz., treffen wij voor de Hollandsch-Gereformeerde kerk aan H. Bouten, wiens werkkring in de stad Nieuw-York niet zonder goede vruchten schijnt te wezen.

Ook die zamenwerking aan een groot en voortreffelijk doel, door verschillende kerkgenootschappen, kweekt de banden van onderlinge Christelijke gezindheid aan, en kan niet nalaten, om, even als Bijbel- en Zendeling-genootschappen, de verschillende afdeelingen van het Protestantisme nader tot elkander te brengen. Op eene roepstem, die daartoe bereids is uitgegaan, komen wij straks terug.

Intusschen moeten wij hier niet vergeten, dat, terwijl de

« PreviousContinue »