Page images
PDF
EPUB

het werk van Groen van Prinsteren, Handboek der Nederl. Geschiedenis enz. Over het gebruik der Hollandsche taal in N. Amerika haalt de Hoogl. Kist in een noot op het meermaals genoemde werk van Rob. Baird, Kerkel Gesch. aan: Scholte, eene Stem uit Pella bl. 10; ingelijks Buddingh Brief, Zierikzee 1849. De door ons bedoelde aanbeveling der Synode, luidt aldus: Resolved, In view of the great number of Hollanders now settling in our country, that it be strongly recommended to the Theological Students in our Seminary to acquire a knowledge of the Dutch language, to qualify themselves for preaching in the Dutch language among them. Vol. VII. p. 278.

Zie de vroeger genoemde Digest etc., achter de Acts and Proceedings 1848. p. 376.

Bl. 79.,, Martin van Buren." Deze bekleedde den voorzittersstoel der Vereenigde Staten van 1837-41; terwijl Richard M. Johnson, van Kentucky, de betrekking van vice-president vervulde. Gedurende zijn bestuur voerde de Unie eenen voorspoedigen oorlog, onder de veldheeren Jessup, Macomb en col. Harney, tegen de Seminolen in Florida. Zie over zijn bestuur Willson Americ. History etc. p: 479-482. Over het vroeger tusschenbestuur van Peter Schuyler en Rip van Dam in den staat Nieuw-York, zie Wm. H. Seward Natur. History of N. York 1842, Introduction p. 21.; Chr. Dan. Ebeling's Erdbeschr. und Geschichte von Amerika, 3 Bd. S. 153, en 173; over Wm. Livingston, ald. S. 654 enz. (zie ook boven); Frelinghuysen's verkiezing tot vice-president, beschrijft Fr. von Raumer in zijne Beschr. der Vereen. Staten enz. 2. Dl. 1849, bl. 256, uit het Hoogd. die Vereinigten Staten von N. Am. 1845.

Bl. 83.,, Presbyteriaansche Kerk." Nopens deze zeer talrijke kerk, naar hare Ouderlingen (Presbyters) aldus geheeten, omtrent hare Calvinistische leerstellingen, hare Constitutie of Bestuur, benevens hare Geschiedenis in de Vereenigde Staten, sedert hare vestiging (1705) enz. zie men het bovenvermelde werk van Rob. Baird, Kerkel. Geschiedenis, 2. Dl. door Swalue, bl. 111, en bl. 123 enz. Men heeft sedert 1837 Presbyterianen der oude en der nieuwe school: beide houden zich aan den Westminsterschen grooten en kleinen Catechismus; doch de oude school onderscheidt zich door strengere gehechtheid aan de Calvinistische leerstellingen; de nieuwere school, die ook de Congregationalisten in hare kerk opnam, door meerdere vrijzinnigheid. Uitstekende mannen in dit kerkgenootschap, als Whitefield, de Edwards, de Tennents, de Blairs bragten groote opwekkingen in de kerk te weeg. Inzonderheid in het Zendelings-werk, (zoo wel binnen- als buitenlandsch) legde zij steeds grooten ijver aan den dag, en ongemeen sterk is de toeneming dezer kerkgenootschappen, vooral sedert de laatste 50 jaren. Op hunne seminarien, als het Collegie van Log (door William Tennent), het Seminarium te Princetown, en andere hunner wetenschappelijke instellingen, handelen wij later in den tekst. Hare verbindtenis met de Gereformeerde Hollandsche kerk wekte deze vooral ook tot deelneming aan het zendelingswerk op.

[ocr errors]

Bl. 85. De Hervormde Presbyteriaansche kerk." Onder de kleinere, dat is min talrijke Presbyteriaansche kerken, behooren deze, benevens de geassocieerde (Associate Church) en de Vereenigd Hervormde kerk. Met beide eerstgenoemden knoopte de Hollandsche Gereformeerde kerk broederlijke betrekkingen aan. De eerste, bovengenoemde kerk, die zich aan de geloofsbelijdenis van Westminster en den grooten en kleinen Catechismus houdt, beijvert zich vooral in het stichten van

Zondagscholen, en bezit een Seminarie te Alleghany-town (Pennsylvanië), waar de Hoogleeraren Wilson en Sproull onderwijzen. Alex. M'Leod, een hunner leeraren, wordt geacht onder de uitstekendste mannen van Amerika. Zie Rob. Baird, Kerkel. Gesch. II. 181 enz.

Bl. 87. Geassocieerde Hervormde kerk." Deze kerk, die zich in 1733 van de Schotsche kerk had afgescheiden, en in 1753 door den Eerw. Gellatly en Arnot in Pennsylvanië werd voortgeplant, waar zij een Presbyterium stichtte, omhelst mede het zuivere Calvinisme, en houdt zich aan het Presbyteriaansche kerkbestuur. Zij heeft een Seminarie, 18 mijlen van Pittsburg in Pennsylvanië.

De vereenigde Gereformeerde kerk, boven genoemd, mede Calvinistisch, telde langen tijd Ds. John M. Mason, als een der sieraden onder hare leeraren. Zij heeft een Seminarie te New-burgh, en een te Pittsburg.

-

Zie Rob. Baird, t. a. pl. 178 enz.

Bl. 88. ,, Mich. Schlatter. De Hoogduitsch Hervormde of Paltzische kerk." Zoo als wij reeds in den tekst zeiden, heeft de Hoogduitsch Hervormde kerk in Amerika (in Pennsylvanië), voornamelijk aan de Nederlandsche Herv. kerk haar bestaan te danken. Nadere inlichtingen dien aangaande geeft een gedrukt Berigt en Onderrigtinge, nopens en aan de Colonie en Kerke van Pennsylvanien. Opgestelt en Uitgegeven door de gedeputeerden van de E. Christelijke Synodus van Zuyd-Holland, benevens de gecommitteerden van de E. Classis van Delft en Delftsland, en Schieland, (zonder plaats en jaartal) waaraan wij de kennis en het gebruik aan den Hoogl. Dr. Kist te Leyden verschuldigd zijn. Daaruit blijkt ons, onder anderen dat de Paltzische Opperkerkenraat een Leeraar, met name Ds. Weis, met een gedeelte volks, dat uyt de Paltz daar henen trok, heeft mede gesonden, die daar een kerkenraat te Schibbach, een vlek omtrent zes mijlen van Philadelphia, heeft geformeert, en een houten kerk heeft doen oprechten, en daar gepredikt voor die gemeinte, daar de meeste Paltzers het digtst bij den andere woonden, en heeft daar de kinderen gedoopt en van tijt tot tijt de zegelen des avondmaals uitgedeeld.”

[ocr errors]
[ocr errors]

Zulks evenwel voor de reeds aanwezige duizendtallen niet voldoende zijnde, stellen de Berigtgevers voor , dat deze kerk van Nederlants kerken niet behoorde te werden verzuymt of van de hant gewezen," om redenen aldaar nader omschreven. Wijders wordt daar bevolen, dat de Synode deze nieuwe Americaansche kerkplantinge onder haar bestier en protectie" mogt nemen, zoo door geldelijke ondersteuning tot het bouwen van een vijftal kerken, door het tot stand brengen eener algemeene kerkenorde, de regeling der correspondentie met de Classen Delft en Schieland, enz. Overigens bevat dit Berigt en Onderrigtinge, eenige Reglementen en ontwerp van een Opper-Consistorie en vijf Classen, zoo als men die voor Pennsylvanië, noodig achtte, en zoo als wij vermoeden, dat later, in 1741, Mich. Schlatter, daartoe door de Classis van Noord-Holland afgezonden, heeft georganiseerd en in werking gebragt.

[ocr errors]

Nopens de leer werd hier voorgesteld, dat de Pennsylvaansche kerken zouden aannemen: „1. de Heydelbergsche Catechismus, 2. de Paltzische Belijdenis des geloofs, 3. de Synode van Dordrecht, van de Paltzische Godgeleerden te gelijk met die van andere Natiën goedgekeurt, 4. de Post-Acta Synodi Dordracenae, 5. de formula consensuz, ten eynde dat 'er overeenkomst zij met onze Leere, en uwe kerken (de Amerik.) te beter met de Nederlandsche zouden kunnen corresponderen." Gelijk mij door Hend. Velse, op Hoornbeck's Sorg en Raad aangaande

enz.

de Evang. prediking in O. en W. Indiën (achter Hogerwaart's Afscheidsreden, 's Grav. 1732 in 4°) gebleken is, werd dit Berigt en Onderrigtinge aan de Synode van Zuid-Holland, in Julij 1730 te Breda vergaderd, ingeleverd, en daar behandeld. Toen rekende men reeds ,,15,000 Paltzische Gereformeerde Belijders in Pennsylvanië;" terwijl in 1731, tijdens de Synode in Dordrecht vergaderd was, zich wederom 800 Paltzers als vlugtelingen derwaarts begaven, die van wege de Synode (daar hunne schepen te Dordrecht en Rotterdam lagen) bezocht, met levensmiddelen en medicynen voorzien werden. Na Christelijke toespraak en vermaning, na gezang en gebed (Gez. Abermahl der Tag verflossen) namen zij, diep geroerd, de verzekering mede, dat zij op,,de assistentie van de Nederlandsche kerke," in hun nieuwe Vaderland rekenen konden; waaraan het dan ook niet ontbroken heeft. Zie Hend. Velse, t. a. pl. bl. 57–62, § 46–48.

Volgens Ebeling, die hier een werk aanhaalt van Schlatter zelf: Erzählung von dem wahren Zustande der hirtenlosen Gemeinen in Pennsylvanie etc. uit het Hollandsch vertaald 1752, was deze Michael Schlatter, een Zwitser, door de Zuid- en Noord-Hollandsche Synoden afgezonden tot regeling der Hoogduitsche gemeenten in Pennsylvanië. De Hollandsche Synoden hadden namelijk een kapitaal van 12,000 p. st. (d. i. 144,000 gl.) bijeen gebragt, waarvan de intresten voor de Paltzische kerken bestemd werden. In 1751, rekende men 46 tot 50 gegemeenten, 30,000 Gereformeerde Duitschers, waarvan de meeste gemeenten tot Pennsylvanie, 8 tot Nieuw-Jersey, Maryland en Virginië behoorden: toen evenwel bezaten zij nog slechts zes predikanten, benevens een proponent; in 1788 bedroeg dit getal ongeveer 30, waarvan de meesten in Pennsylvanie leefden. (Zie Chr. D. Ebeling, Erdbeschr. Hamb. 1797, IV. Bd. S. 326). Thans telt die kerk in Pennsylvanië, in de navolgende Classen: Pennsylvanië 13 predikanten, Lebanon 19, Susquehannah 19, Zions 15, Philadelphia 11, Mercersburg 22, Gosenhoppea 8, te zamen 107 predikanten; wijders telt zij hare Classen: Maryland, N. Carolina, Virginië, en breidt zich vooral ook in Ohio uit, waar de Classen: Miami, Lancaster, Columbiana, Sandusky, West-Moreland en Erie. In het geheel acht men in de Vereenigde Staten (1845) 80,000 belijders (Communicants) der Hoogduitsch Hervormde kerk.

Zie over deze Kerk verder Baird, a. w. II. Dl. bl. 189-191; voorts de Acts and proceedings of the Synod of the Germ. Reformed Church etc. 1844 en 1845, te Chambersburg 1844-1845. In deze Acts and proceedings roemen Benj. S. Schenk, Jos. S. Berg en John H. A Bomberger, de uitstekende brocderliefde en Christelijken geest, waarmede zij, als gedelegeerden in de Synode der Herv. Hollandsche kerk zijn ontvangen geworden.

[ocr errors]

Bl. 94, 95. Ontwakingen (revivals)." Zie over deze ontwakingen, waarop men in de Amerikaansche kerk zoo veel prijs stelt, Robert Baird, Kerkel. Gesch. enz. door Swalue, II. Dl. bl. 62.

Over de beide redenaars Jonathan Edwards en Timotheus Dwight handelen wij later.

Bl. 97. , Amerikaansch Bijbelgenootschap." Behalve dit Amerikaansche Bijbelgenootschap (Am. Bible Society), waaraan onderscheidene Evangelische gezindheden tot één groot doel zamenwerken, heeft men ook nog het Amerikaansch en buitenlandsch Bijbelgenootschap (Am. and Foreign Bible Society), voornamelijk door de Baptisten, dat sedert 1837 bestaat. Het eerste strekt zijnen werkkring uit door alle Staten en territoriën van Amerika; hebbende hetzelve zijne Hulpgenoot

schappen en Agentschappen in alle deelen van het groote Staten-verbond. Blijkens eene statistieke opgave, voorkomende in het Thirty-third Annuel Report, May 1849, heeft dit Genootschap de Bijbelverspreiding bevorderd regtstreeks in 70, niet regtstreeks in 68, dus in 138 talen en dialecten. Zijn inkomen bedroeg in 1849 eene som van 629,675 guld.; uitgave 630,335 guld. Bedragende het aantal verspreide Bijbels, sedert de oprigting van dit Genootschap, als volgt:

[blocks in formation]

In het geheel, van de eerste oprigting af tot 1849, heeft dit Genootschap reeds 2,510,610 Bijbels, benevens 3,836,530 Testamenten uitgedeeld, dat is te zamen, 6,347,140 stuks. Hoezeer deze Bijbels in onderscheidene Oostersche, en meest alle Europesche talen verspreid zijn, zoo is toch verre weg het grootste gedeelte, daarvan in de Engelsche taal vervat, waarin in het laatste jaar 191,465 Bijbels, 313,685 Testamenten, en 20,556 Psalmboeken verspreid werden.

Over de Bijbelgenootschappen zie Rob. Baird, a. w. II. Dl. bl. 362 enz., .en de hier mede gedeelde statistiek in the Annual Report etc. p. 26 en 27.

[ocr errors]

Bl. 99-103. Zendelings-genootschappen." Meerdere bijzonderheden en berigten nopens het Amerik. inlandsch Zendelings-genootschap, benevens de Presbyteriaansche vereeniging voor inlandsche zendingen; de inlandsche zendingen der Episcopale, Baptistische en Hollandsche Hervormde kerken, alsmede over de inlandsche zendingen der Methodisten, zie men het meermalen aangehaalde werk van Baird, Kerkel. geschiedenis, door van den Worm, I. Dl. bl. 305-319, waar wij omtrent de Hervormde Holl. kerk nog vinden opgeteekend:,, dat zij in 1841 33 hulpbehoevende kerken ondersteund had; 8 van dezen stonden in de westelijke Staten, en 7 zendelingen arbeidden aldaar aan de uitbreiding des Evangelies." Uit het voor ons liggend Fortieth Annual Report of the Am. Board of Comm. for Foreign. Missions 1849, blijkt, dat het getal drukkerijen van dit genootschap bedraagt twaalf, waaraan 7 letter-gieterijen en stereotype-gieterijen verbonden zijn, waarin letters voor nagenoeg 30 verschillende talen vervaardigd worden. In 1849 waren er 36,061,119 bladzijden, in het geheel sedert het bestaan des genootschaps 752,542,318 bladzijden gedrukt. Zie hier een overzigt der besteede sommen sedert de oprigting, in dollars van ƒ 2,50 cts. uitgedrukt, als in het

[blocks in formation]

Wij zien daaruit, dat de steeds toenemende sommen, van 1811 tot 1849, reeds tot een aanzienlijk bedrag van 729,363,171⁄2 guld. jaarlijks geklommen zijn.

Bl. 104.,, Bekeering der Joden." Dit Genootschap geeft door den Eerw. Edwin R. Mc Gregor, een maandschrift in het licht, getiteld: the Jewish Chronicle published under the direction of the American Society for meliorating the Condition of the Jetes, waarvan het VI. Dl. June 1850, het 27. jaarlijksche verslag, benevens de leerrede van John Dowling (bekend door zijne voortreffelijke History of Romanism, 1849) bevat. Deze Chronicle strekt ons niet slechts tot een aangenaam aandenken aan den gever, wij ontleenen er deze statistieke opgave uit. Op een veld van 80,000 Joden, onderhoudt het genootschap slechts drie zendelingen: hebbende het fonds van het laatste jaar bedragen 11,283 guld., waarvan besteed waren aan de zendingen 4,185 guld., aan Colporteurs en Agenten 1,832 guld.; onderstand aan Studenten voor het zendelingswerk 807 guld.

Bl. 105.,, Afgescheidenen." Berigten van en omtrent onze afgescheidene landverhuizers zijn van Ds. H. P. Scholte, Eene Stemme uit Pella, met het motto: in Deo Spes nostra, Pella et refugium, Amst. 1848; eene tweede Stemme it Pella id. 1850, benevens Sjoerd Aukes Sipma, Belangrijke berigten uit Pella enz., Dockum 1849. Uit Michigan: De toekomst der Hollandsche kolonisatie in den Staat Michigan, Noord-Amerika in het begin van het jaar 1849, medegedeeld in drie brieven van A. C. van Raalte, C. van der Meulen, en S. Bolks aan C. G. de Moen, enz. met 2 kaarten, waarachter een brief van G. Baay uit Allo, Staat Wisconsin, aan zijne vrienden in Nederland, Amst. 1849. Nu en dan ontvangt men ook berigten door J. Quintus, Scheboygan Nieuwsbode. Scheboygan ligt in Wisconsin. Wij voegen hier nog bij: Ds. Buddingh Brief, Zierikzee 1849. Deze is in 1851 in Groningen terug beroepen. Het door ons in den tekst aangehaalde verslag is van Dr. Isaäc N. Wyckoff, en heet: Report of a visit to the Holland Colonies in Michigan and Wisconsin, made by order of the general Synod, and under the direction of the domestic Missionary Society of the Reformed Dutch Church, in May and June 1849. Daaruit blijkt eene vergissing, die wij in den tekst maakten, maar hier herstellen. Zoo bevat:

Gezinnen.

Ledematen.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small]
« PreviousContinue »