Page images
PDF
EPUB

Om der kerke wil moet men Christelijke scholen hebben en onderhouden; want God onderhoudt de kerk door de scholen.

Boven alle dingen moest in de hooge en lage scholen de voornaamste en meest algemeene les zijn de H. Schrift, en voor de jonge knapen het Evangelie.,

Experto crede Ruperto.

Zie Dr. M. LUTHER, als schoolhervormer en bevorderaar van Christelijk onderwijs en opvoeding, Delft 1848.

VOORREDE.

Naast de Hervormde, Hollandsche Kerk was het ook inzonderheid de School, die gedurende mijn verblijf in de Staten Nieuw-York en Nieuw-Jersey (1850), aan de boorden van den prachtigen Hudson en Raritan, mij bezig hield.

Om de school, zoo in hare grondstellingen als in werking, te leeren kennen, heb ik mij elk uur, dat ik daartoe van ander onderzoek kon afzonderen, met gemoedelijke naauwgezetheid en gretig ten nutte gemaakt; maar niet alleen de school, ook de akademie, universiteit en het seminarie of collegie, in één woord: het geheele opvoedings-stelsel van Noord-Amerika te leeren kennen, was een hoofdstreven. Niet alleen om het natuurlijk verband van Kerk en School, zoo als dat vroeger, in de Nederlanden, gelijk ook in de Amerikaansche staten van Nederlandschen oorsprong, bestond, maar omdat ik welligt met die kennis, vooral ook in den tegenwoordigen strijd der beginselen, eenig nut zou kunnen stichten in mijn Vaderland.

Mij was dat onderzoek te aangenamer, omdat ik mij daardoor bevestigd zag, in een reeds sedert vele jaren openbaar gemaakte gevoelen, dat het in ons opvoedings-stelsel, waarin nog zoo veel te ontwikkelen overblijft, hoofdzakelijk ontbreekt aan die praktische strekking en dien godsdienstigen geest, waaraan Amerika aanvankelijk de schoonste uitkomsten van zijn vrijheidsstelsel te danken heeft. Wat ik reeds op het stoffelijk gebied had waargenomen, de reuzenschreden in handel en nijverheid, die Amerika, sedert zijne vrijverklaring, gemaakt heeft,

bespeurde ik al ras ook op het gebied van den geest. En juist hierin, in de praktische strekking van een geheel opvoedingsstelsel, erkennen wij eene hoofdoorzaak dier snelle vorderingen, die Amerika, vooral in deze eeuw, in stoffelijke welvaart gemaakt heeft.

Die strekking te bevorderen was deels ook reeds mijne bedoeling met de uitgave, voor een tien tal jaren, van mijne Industrie- en Handel-akademiën en verdere inrigtingen van onderwijs ter bevordering van nijverheid en handel in Europa, enz. 1). Maar daarbij bevroedde ik, wat ook nu, meer en meer, blijkt juist gezien te zijn, dat bij die praktische strekking, eene door en door godsdienstige opvoeding op de scholen niet kon gemist worden.

Langen tijd reeds, van 1824 af, zoo niet reeds vroeger 2), streden Protestanten daarvoor met de Roomschen te zamen. Zoo wel velen der eersten, als der laatsten, waren het daarin volkomen ééns: dat de schoolopvoeding niet christelijk, niet godsdienstig genoeg, in den grond on-christelijk was. Toen ik dus in 1842 voor eene meer praktische rigting van het onderwijs sprak, mogt ik, bij de reeds bestaande bezwaren, niet nalaten, tevens voor eene bepaalde godsdienstige schoolopvoeding het woord te voeren, in mijne gelijktijdig in het licht verschenen Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs, met betrekking tot het Bijbellezen en godsdienstig onderrigt op de scholen 3), en zulks naar aanleiding van het koninkl. besluit van 2 Januarij

1) Amst. en Delft, 1842, 8°.

Alsmede in een artikel,,Handelsscholen” in den Konst- en Letterb. N°. 47. 1844. Later ook in een afzonderlijk blad: Drietal wenschen, bij gelegenheid der uitgave der Algem. Statistiek voor Handel en Nijverheid, Haarl. 1847.

Zie de Voorrede van dat werk, II. Deel, Haarl. 1847.

2) Zie de voorrede mijner vertaling van Hergenrother, Opvoedingsleer in den geest des Christendoms, 's Grav. 1824-1828, I. Dl. Voorr. XL. enz.

3) 's Gravenhage, 3 Stukken, 1842.

Later ook nog in de voorreden mijner Jaarboekjes voor hooger, midd. en lager onderwijs, 's Grav. Jaarg. 1844-46.

In een paar artikels, Konst- en Letterb. over de vrijheid van onderwijs," No. 26 en 33, 1848.

Zie ook Avondstonden eens Kluizenaars naar Pestalozzi, benevens mijn woord vooraf, over de vrijheid van onderwijs, Delft 1848, gelijk ook:

Dr. M. Luther, als Schoolhervormer en bevorderaar van Christelijk onderwijs en opvoeding, Delft 1848.

1842, gelijk het eerste naar aanleiding van dat van 8 Januarij deszelfden jaars.

Tot verwezenlijking dier beide rigtingen, en tevens tot veredeling en verheffing van den Onderwijzers-stand, moest ook het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, waaraan ik reeds in 1839 en 1840, mijne beste krachten wijdde, althans naar mijne wenschen, krachtdadig medewerken 1). In hoeverre het, sedert zijne verplaatsing, aanvankelijk voor één jaar, naar Groningen, daaraan beantwoord heeft; in hoeverre de verstandelijke (praktische), zedelijke (beschavende) en godsdienstige (Christelijke) rigting en beginselen, daardoor te beter en te meer ontwikkeld zijn, moet ik hier aan anderen ter beoordeeling overlaten.

Mij trof het inderdaad zeer in Amerika die beginselen in volle werking te zien, waarvoor ik sedert jaren lang gestemd was, en, wanneer ik bij mijne terugkeer van de boorden van den Hudson ingenomenheid met het Amerikaansche opvoedingsstelsel aan den dag gelegd 2), en vandaar medegebragt heb, dan steunt die ook wel voornamelijk daarop, dat ik daar in werking zag, wat ik, reeds in 1842, in de opdragt van eerstgenoemde werk aan Z. K. H. den Kroonprins schreef: „, On„derwijs is op het standpunt der tegenwoordige Europesche „beschaving de magtige hefboom geworden, waarmede men „nijverheid en handel verheft en uitbreidt. Aan een algemeen, ,,wel ontwikkeld middelbaar, reaal-technisch onderwijs heeft de „, aanzienlijke burgerstand behoefte." Die behoefte ter bevordering van landbouw en nijverheid door onderwijs, de praktische strekking, die wij wenschen, heeft een geheel praktisch volk in Amerika begrepen. Zelfs wordt het onderwijs en de opleiding van plattelands-onderwijzers, aan de bevordering dier stoffelijke belangen dienstbaar gemaakt op de normaal-scholen. In Amerika, waar, gelijk in Engeland, in alles de vraag geldt: waartoe nut? is

1) Zie over het genootschap en onze bedoelingen daarmede: Hergenrother's Opvoedingsleer enz., 1828. III. Dl. bl. 327; de Paedagoog, 1828, bl. 12; Tänzer, over de vorming en verheffing van den onderwijzer, enz. 1834; de Levana, Jaarb. voor onderwijzers, 1835, 149; en ons werkje: aan mijne drie kinderen, 1840, bl. 118, 119, benevens de voorreden mijner Jaarboekjes enz., 1844-46. 2) In eenen brief aan den geachten Erastus C. Benedict, Nieuw-York, 26 Sept. 1850; in het Engelsch vertaald, opgenomen in den Christian Intelligencer, en the New-York Evangelist, Oct. 31, 1850.

het onderwijs geworden, wat wij wenschen, dat het ook hier meer en meer zij, het middel, de hefboom der stoffelijke welvaart des volks. Daardoor heeft men in Amerika, vooral in deze eeuw, zulke snelle en verbazende vorderingen kunnen maken, terwijl die rigting nog meerdere welvaart belooft voor de toekomst. Daarbij heeft men de opvoeding der jonge dochters, als middel tot eene hoogere beschaving, tot zoodanige wetenschappelijke hoogte opgevoerd, die met regt de bewondering van vreemdelingen wekt, en, ook de mijne in hooge mate gaande Ook deze belooft nog meerder vruchten ter beschaving van huisgezin en maatschappij voor de toekomst.

maakte.

Bij dat al, was het mij eene wezenlijke vreugde, overal, zoo op lagere als hoogere scholen, zoo van jonge lieden als jonge dochters, het oud-Hollandsch en oud-vaderlijk gebruik te zien handhaven, waardoor de eerste les, op elken dag, zoo in huisgezin als school, uit Gods Woord gegeven wordt. Geen schooltijd, die niet met Bijbel en gebed aanvangt. Het vrij en ongehinderd gebruik der H. Schrift, als Gods Woord, het dierbaarste kleinood ons door de Hervorming, en, door een bloedigen strijd van 80 jaren, in Nederland verworven, maar helaas! door den invloed van Rome bij ons, op de openbare volksschool te loor gegaan, werd met de Hervormde Kerk ook in Nieuw-Nederland, aan de boorden van den Hudson overgebragt, en, dit vrije gebruik des Bijbels op scholen, heeft Amerika, hoezeer ook niet zonder strijd, tot op den huidigen dag gehandhaafd. Godsdienstige opvoeding in het huisgezin, godsdienstige opvoeding in de scholen, godsdienstige opvoeding in de kerk, naar de onwrikbare waarheden des Evangelies, ziedaar het schoone verband tusschen huis, school en kerk; ziedaar de Evangelische vrijheid, die het bij uitstekendheid vrije Amerika, ook tegenover het Romanisme, handhaaft en voorstaat.

Toen ik in 1842 mijne bovengenoemde Geschiedenis schreef, steunde ik nog op de mannen der Groninger schoolcommissie, die in eene circulaire aan hare onderwijzers gezegd hadden: ,, Gelezen moet de Bijbel worden, onder katechetisch vragen verklaard en toegepast door den onderwijzer" 1): ik koos

1) 13 October 1835.

« PreviousContinue »