Page images
PDF
EPUB

ging door Stuyvesant van het voorbeeld van het moederland, na dien tijd in Amerika is heerschend geworden. Althans in 1662 had de Amsterdamsche Kamer,, aan 25 huisgezinnen van Mennonieten, die zich derwaarts begeven wilden, honderd guldens aan ieder toegestaan," en wij lezen van geenerlei vervolgingen, waaraan zij blootgesteld waren.

Intusschen betreuren wij het, dat een paar predikanten, Dr. Megapolensis en Drisius, die wij daarom boven bij de kettermeesters Tapper en Sonnius vergeleken, dien invloed op den Gouverneur, gelijk deze op de Decker uitoefenden, dat de pen der Geschiedenis zoodanige daadzaken heeft moeten boeken. Ons schijnt het toe, dat eigenlijk Drisius de man was, die den reeds bezadigden Megapolensis mede tot vervolgzucht had opgewekt; want de vroegere geschiedenis vóór de komst van Drisius levert er geen spoor van. Beide, vooral het gevestigd gezag van Megapolensis, wekten den geloofsijver, neen de geloofs-vervolging van Stuyvesant op, en dreven tot die ongeoorloofde en onchristelijke handelwijze aan. Wij merken dit hier aan om te doen opmerken, hoe de individuële gesteldheid, het karakter van één mensch, eene reeks van jammeren kan te weeg brengen, strijdig met de waarachtige leer der Hervormde Kerk, en met den reinen en zachtmoedigen geest des Christendoms. Niet de Kerk, maar het individu, van wien die geest uitgaat, is verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan. Hoe hooger zulk een persoon geplaatst is, hoe betreurenswaardiger en heilloozer ook die geest van vervolging. De Hervormde Kerk betreurt het daarom te meer, dat mannen als een Stuyvesant, gelijk een Karel II, door onverdraagzame geestelijken geleid, tot zoodanige heillooze middelen hebben toevlugt genomen, zoo zij meenden,,, ter eere Gods en ter bevordering der Hervormde Godsdienst, van vrede en eendragt." De Kerk zelve, wie haar ook mogt willen beschuldigen, is van zoodanige persoonlijke handelwijze vrij.

En juist hierin verschilt de Hervormde Hollandsche Kerk van de vervolgzieke Kerk van Rome; Christus, het onzigtbare Hoofd der eerste, ademt liefde en vrede, en

wil, dat zijne jongeren dat voorbeeld volgen; de Paus, het zigtbare hoofd der Roomsche Kerk, ademt verkettering en vervolging van andersdenkenden. Getuige het de Waldenzen, de Hugenoten, en zoo vele anderen, om niet aan de brandstapels van de Bakker, Merula en anderen in ons eigen vaderland te herinneren. Die geest, welke deze mannen ten vure doemde, is niet de geest des grooten Meesters! Deze is de geest van Rome, en even laakbaar is de vervolgzucht van Karel II, Stuyvesant of wie ook er zich aan schuldig maakten. Maar in de Kerk gelijk in de natuur bestaat afwisseling van regen en zonneschijn, van stormen en kalmte; een en ander staat en geschiedt onder het bestuur van Hem, die gezegd heeft,, met de zijnen te zullen zijn tot aan de voleinding der wereld." Ook brak er voor Nieuw-Nederland eerlang een nieuw en beter licht aan, en drong in de Hervormde Hollandsche Kerk naderhand een meer verdraagzame geest door, naar gelang hare Leeraars zelven meer en beter met den Geest van Christus bezield waren.

Stuyvesant zelf bezat, in weerwil zijner vervolgingen, ontwijfelbaar een godsdienstig karakter, zegt Watson. Den predikant Selyns betaalde hij zelf het halve inkomen, waarvoor deze in de kleine kerk op zijne landhoeve (farm) prediken, en zijne Negers onderwijzen moest. En toen in 1663 de Indianen aan de Esopus-riv. ingevallen waren en vele inwoners vermoord hadden, of wanneer rampen, als de kinderziekte, het land teisterden, schreef hij, naar oudvaderlandsch gebruik, vasten- en bededagen uit, gelijk een dank- en bededag na uitgeredde gevaren. Overigens moesten alle ambtenaren bij het aanvaarden hunner betrekkingen. hem den eed afleggen,,de Gereformeerde godsdienst te zullen handhaven, overeenkomstig Gods Woord en het formulier der Dordsche Synode." Jammer slechts, dat die godsdienstijver zoo ver gedreven werd. Doch een beteren tijd gaan wij na Stuyvesant te gemoet, over wien, gelijk over zijne afstammelingen, wij hier naar onze aanteekeningen verwijzen.

§ 3.

Algemeene volksvergadering (Jeremias van Rensselaer);

--

de Engelschen (Richard Nicolls); Hervormde leeraars Petrus Tasschemaker (1684) te Schenectady: T. J. Frelinghuysen (1720) te NieuwBrunswijk; John H. Livingston te Nieuw-York ; verdeeldheid der Kerk, Coetus- en Conferentie-partij; - vereeniging, acte van Unie (Lamb. de Ronde); Classen, betrekking tot de Synode van Noord-Holland; Hollandsche taal in de Vereenigde Staten.

--

Zoo als genoegzaam bekend is, en hier geen opzettelijk betoog behoeft, was Nederland zijnen bloei en welvaart verschuldigd aan die vrijheid van godsdienst en geweten, welke het na zijne eigene vrijmaking, onder Willem van Oranje, Maurits en Frederik Hendrik, door bloedigen strijd verworven had, en nu ook aan alle vervolgden uit andere landen schonk, welke hier eene veilige schuilplaats kwamen zoeken. De vervolgde Protestanten uit andere. landen, uit Engeland, Schotland, Frankrijk, Italië, Duitschland, de Joden zelfs uit Portugal, kwamen zich hier nederzetten, en vonden er herbergzaamheid en vrijheid. Onder de uitgewekene Engelschen en Schotten, die in 1663 naar Nederland kwamen, en zich in Holland en Zeeland een verblijf kozen, tellen wij onder anderen eenen godvruchtigen John Livingston, Brown, Binning, Dickson, Guthrie, Rutherford, Macward. De eerste dezer was als leeraar der Schotsche kerk met zegen werkzaam in Rotterdam. Ook Nieuw-Nederland was, even als Nieuw-Engeland ten noorden, Virginië, de beide Carolina's en Pennsylvanië, ten zuiden en westen, aanmerkelijk toegenomen, in welvaart en bevolking. Men rekent dat in 1664 het getal Nederlandsche planters aan den Hudson reeds 10,000 bedroeg. Groote streken lands waren bij wijze van kontract ter kolonisering geschonken geworden aan den Baron van Nederhorst, van Rensselaer, van der Capellen, van Werckhoven, David P. de Vries, de Hulter en Melijn, en de uitbreiding dier koloniën nam meer en meer toe. Inmiddels was de invloed van Stuyvesant, zoowel door zijne godsdienstige vervolgingen, als burgerlijke twisten en oneenig

heden aanmerkelijk verzwakt geworden. Jonkheer Adriaan van der Donck, die meermalen klagten tegen hem en zijn bestuur had ingediend, had in 1650 met den Raad van negen mannen, vermoedelijk reeds den grondslag gelegd van eene algemeene Volksvergadering of Landdag, gelijk die, welke in 1664 onder voorzitting van den beroemden Jeremias van Rensselaer in Nieuw-Amsterdam gehouden werd, ter beraadslaging over de aangelegenheden der koloniën.

Deze landdag, zoo gewigtig in zijne gevolgen voor het burgerlijk bestuur des lands, kan worden geacht als de eerste algemeene volksvergadering, en als de grondslag, waarop ook nog tegenwoordig het geheele staatsbestuur der Vereenigde Staten berust. De onlusten met de Indianen en vooral met Engeland, zijne aanspraken op de koloniën, de verschijning van den kapitein John Scott op Lang-eiland, en de vruchtelooze onderhandelingen te Hartford, hadden dezen landdag noodzakelijk gemaakt. Dezelve bestond, behalve uit den voorzitter Jeremias van Rensselaer en van Schelluynen (uit s' Gravenhage afstammend) uit de kolonie Rensselaerswijck, verder uit afgevaardigden van NieuwAmsterdam, het fort Oranje, Wiltwijck, Nieuw-Haerlem, Staten-eiland, Breukelen, Midwoud, Amersfoort, Nieuw-Utrecht, Boswijck en Bergen, te zamen uitmakende 24 leden; waaronder namen, wier nakomelingen, zoo als van Stuyvesant en de genoemden, aldaar nog in hoog aanzien staan. De landdag vraagde in de eerste plaats bescherming van het Nederlandsch bestuur, zoo tegen de Indianen, aan wier gedurige invallen. men blootgesteld was, als tegen de „,kwalijk gezinde Engelschen," die zich meer en meer uitbreidden en hunne aanspraken op de kolonie steeds hooger deden gelden.

Men weet, dat evenwel de pogingen tot behoud der koloniën, zoo in het moederland, als in Amerika zelf aangewend, vruchteloos waren, en eindigden met de overgave der geheele volkplanting aan het Britsch bestuur. De Engelsche kolonel Richard Nicolls, met eene vloot tegen Nieuw-Amsterdam afgezonden, was er aan geen verzet te denken; men telde slechts 250 man in de stad in staat om

de wapenen op te nemen. Bij verdrag, waartoe ook Megapolensis sterk had medegewerkt, zag Nederland in Sept. 1664 deze heerlijke bezittingen in de magt van Engeland overgaan; te vergeefs poogde de Decker zich nog in het fort Oranje staande te houden; nadat Stuyvesant, de stad Nieuw-Amsterdam had overgegeven, was ook zijn verzet geheel vruchteloos. De onderteekenaars van het verdrag van overgave waren van den Nederlandschen kant Johan de Decker, Varleth, Sam. Megapolensis, Steenwijck, Cousseau en van Cortlandt.

Het lijdt geenen twijfel of deze verandering van zaken heeft al spoedig invloed moeten uitoefenen op de Hollandsche Hervormde Kerk. Men had evenwel bij de overgaaf wel uitdrukkelijk bepaald en bedongen, dat de Hollanders „zouden genieten vrijheid van geweten in godsdienstoefening en ,,kerkelijke tucht," verder: ,, dat de papieren en archieven behoorende aan de Kerk, de armen of weezen, zouden blijven in handen, waar zij nu waren" enz. Overigens werd den Hollanders vergund, het regt van handel, vrije kolonisatie van de Nederlanden uit, vertrek naar het vaderland of elders.

Gemelde Samuel Megapolensis, welke dit verdrag mede had helpen sluiten, was de jongste zoon van Johannes, en in 1670 nog predikant in Nieuw-Amsterdam, dat later den naam van Nieuw-York ontving. Van zijne opleiding weet men, dat hij zich in 1657 naar het Harvard-college begaf, om er de eerste lessen voor zijne toekomende bestemming te ontvangen; waarna hij zich nog drie jaren. naar de Universiteit van Leyden begaf om er zijne studiën te voltrekken. Bij zijne terugkomst in N. Nederland, werd hij, tijdens het bestuur van Stuyvesant, bij de kerk van Nieuw-Amsterdam beroepen, waar de Gouverneur hem tot onderhandelen koos. Vervolgens in het vaderland teruggekeerd, nam hij in Noord-Holland de Evangeliedienst waar te Zuid-Zijpe en Wieringerwaard, waarna hij in 1677 bij de Engelsche kerk te Vlissingen, en in 1685 bij de Engelsche kerk te Dordrecht beroepen werd, waar hij vermoedelijk zal overleden zijn. Ons blijkt nergens de bepaalde reden van zijn vertrek herwaarts; welligt waren het bezwaren of

« PreviousContinue »