Page images
PDF
EPUB

wij, wat de Amerikaan Dwight te Albany, in een schoolberigt van 1844 aanmerkt, en wat von Raumer, die Amerika in dat jaar bezocht, daar tegen over stelt.

„De zedelijke invloed der scholen, zegt Dwight, heeft zonder twijfel onze maatschappelijke betrekkingen verbeterd, maar dezelve heeft nog niet aan de deugd die vastheid en kracht gegeven, die voor hare veiligheid en het geluk zoo noodwendig is. De gewone deugden zijn meestal loutere schranderheid, die uit zelfzucht ontspruiten en tot rijkdom en beroemdheid leiden; maar niet in gelijke mate tot het wezenlijke welzijn en geluk. Vele menschen hebben het geloof aan menschen verloren; want welgeslaagde schurkerij gaat, onder den dekmantel van slimheid, zonder bloozen door de straten, en maakt aanspraak op de goedkeuring der zamenleving."

Welsprekende teregtwijzingen van dezen aard, zegt von Raumer, verbonden met bittere ervaringen, zullen tot den regten weg terugvoeren, en ook wel het gewigt van dergelijke klagten verminderen. De Amerikanen (zoo merken velen aan) hebben eene te geringe achting voor de eigenlijke wetenschap, beschouwen dezelve met een zeker aristocratisme, en vragen slechts waartoe is het nut? Zij beschouwen de geleerden als schadelijke druilers (drohnen), zijn overal aan het middelmatige der schrijvers gewend, en, gevoelen geene behoefte, hebben geene kennis aan het volkomene, en nog minder gevoelen zij eenige geestdrift daarvoor. Het veelweten leidt tot oppervlakkigheid. - Voorzeker, is hiermede eene zwakkere zijde der Amerikaansche toestanden aangeduid; maar zou dan ook niet een Amerikaan, die met de Europesche opvoeding bekend is, daarop kunnen antwoorden: „Wel leeren de kweekelingen, zoo niet in Europa, dan toch in Duitschland, meer Grieksch en Latijn dan in Amerika; maar hoe velen hunner (leeraars en philologen van het vak uitgezonderd) lezen dan toch, nadat zij de scholen en universiteiten verlaten hebben, nog de klassieke schrijvers, en hoe velen hunner zijn voor dezen waarlijk bezield? Bijna alleen de toekomende ambtenaren bezoeken de hooge scho

nadat zij die verlaten hebben, moet alle verdere vorming door de oefening in kleinere bezigheden eerst ver

kregen worden. Maar de groene tafel vormt naauwelijks de daaraan zittenden, en niet de daarover heenzienden; veel minder anderen, door tallooze rescripten en besluiten. Ons praktisch, ons politiek leven vordert voor alle inwoners des lands, eene menigvuldige, onafgebrokene werkzaamheid van den geest, en er komt dan een geheel ander en grooter resultaat der gezamenlijke opvoeding voor het leven te voorschijn, dan de Europesche pedanterie, en, het steeds aan den leiband gaan, van anderen voortbrengt. Hoe velen zijn in Europa reeds oud en verbleekt in de jeugd; hoe vele beoordeelaars (Kritiker) zonder geest, die alles beter weten, en toch niets weten; altijd ontevreden, als ware tevredenheid eene eigenschap, die alleen geesteloosheid aanduidt; die geen geloof en vertrouwen bezitten in ouders, opvoeders, leeraars; hoogmoedige berispers der geheele wereld en van alle maatschappelijke betrekkingen, zonder ootmoedig hare verbetering met zichzelven aan te vangen; die geene hoop, troost of verlossing kennen, dan die uit eigene algenoegzaamheid, en geringachting van al het bestaande en verledene, wat geweest is, moet voortvloeijen."

,, Wanneer, zoo als men berigt, de uitsche land verhuizers in eenige Staten van Noord-Amerika, zich omtrent de schoolinrigtingen en verbeteringen onverschilliger betoonen, dan de meer werkzame Yankees; dan is gewoonte, traagheid en onwetenheid wel niet de eenige oorzaak. Zij dachten of gevoelden veel meer, wat uit die eenzijdigheid der Europesche rigting voortvloeit, en, dat lezen en schrijven het inzigt op zichzelven weinig verhoogt, en het karakter ongevormd laat. In dezen zin zeide zelfs Pestalozzi: „Ik acht de gebreken, die door het vroeger inprenten op scholen, en dat alles, wat aan de kinderen buiten de woonkamer, gekunsteld wordt, te weeg worden gebragt, zeer groot." Deze gevaren van het verkunstelen, schijnen evenwel in Amerika veel geringer te zijn dan in Europa, omdat op de school- en leertijd een frisch, vrij, praktisch leven volgt, en de ontevredenheid over Staat, regering, Kerk, maatschappij, inzonderheid (of ongelukkiger wijze) eene ziekte van het oude Europa is."

Wilden wij deze vergelijking ook met betrekking tot ons eigen gymnasiaal-wezen voortzetten, dan zouden wij vragen: tot welk nut strekt hier voor niet-studerenden, het twee jaren gedwongen Latijn leeren? Ware die tijd niet veel nuttiger aan wetenschap voor het praktisch leven besteed? enz.

Doch wij moeten hier inzonderheid eene eigenaardigheid van het Amerikaansch Akademisch onderwijs vermelden, die ons aanvankelijk zeer trof, en bij ons veel verschil met de Amerikaansche zienswijze opleverde. In de laatste tien of twintig jaren namelijk, heeft men, zoo als Baird zegt: ,, deels door vereenigingen, deels door erflatingen, in verscheidene deelen der Vereenigde Staten, uitmuntende opvoedings-gestichten, voor jonge meisjes opgerigt. Het onderwijs, aldaar gegeven, is veelzijdig en omvat alle vakken, die tot eene doelmatige vrouwelijke opvoeding kunnen gerekend worden te behooren. Gewoonlijk is het onderwijs in deze inrigtingen aan vrouwen opgedragen; in vereeniging met deze, zijn ook vele geestelijken werkzaam aan de bevordering van haren bloei." Deze inrigting nu, heeft in Amerika gelijke akademiën voor meisjes, als die voor jongelingen, voortgebragt. Het was, zoo als Will. H. Seward getuigt, vooral Mevr. Emma Willard, van Troy, die men als de eerste stichteresse van deze soort van inrigtingen moet aanmerken. Hare inrigting op eene zoo ruime schaal, vond navolging in Albany, de hoofdstad van den Staat Nieuw- York, alwaar de kanselier James Kent, John N. Campbell en anderen, eene dergelijke inrigting daarstelden, die de opmerzaamheid en den bijval van velen, eerst in Albany, later ook in andere plaatsen, tot zich trok. Vóór 1821 schijnt er geene bijzondere zorg aan het onderwijs van meisjes en jonge dochters, althans niet van staatswege, geschonken te zijn. Doch, nadat deze nieuwe inrigting reeds veler goedkeuring verworven had, werd zij, in gemelde jaar, onder den titel van Albany-akademie voor jonge dochters (Albany female academy), aan den Staat ingelijfd, en, met eene som van 1000 dollars tot hare uitbreiding begiftigd. Sedert 1827, toen het fonds voor de letterkundige studie, door eene wet aanmerkelijk werd uitgebreid, onderging de akademie cene

zeer voordeelige uitbreiding, en vond ook elders in den Staat navolging. Zoodanige akademiën voor eene hoogere opvoeding van het vrouwelijk geslacht, had men bereids, toen Seward (in 1842) zijn berigt schreef, behalve in Troy, in Albany en in Nieuw-York (Rutgers-institute), te Canandaigua, Poughkeepsie, Schenectady, Utica, Batavia, Rochester, Auburn, le Roy, Fulton en Albion, en sedert dien tijd ongetwijfeld nog vele anderen, die, allen aan den Staat ingelijfd, bestemd zijn voor de opleiding van jonge dochters, tot dat zij, even als de jongelingen, aan hare akademiën gegraduëerd zijn, en, na een streng examen in onderscheidene vakken van studie, met een diploma voorzien, de akademie verlaten.

Ontveinzen kan ik het niet, dat die akademiën voor jonge dochters mij hoogstens verbaasd hebben. En die verbazing klom ten top, toen ik die inrigtingen, met hare bibliotheken, natuurkundige kabinetten, scheikundige werkplaatsen, enz., van nabij leerde kennen, benevens de leervakken, die zij omvatten. Deze leervakken zijn, behalve de talen: als Engelsch, Fransch, Hoogduitsch en Latijn, (Virgilius, Cicero) van welke laatsten de studie is vrijgelaten, terwijl elders ook Spaansch en Italiaansch onderwezen wordt; voorts: aardrijkskunde, staatk. geschiedenis, natuurlijke historie, nat. wijsbegeerte (natuurkunde), technologie, botanie, physiologie, astronomie, scheikunde, geologie en mineralogie; logica, rhetorica; natuurlijke godgeleerdheid, moreele en intellectuëele wijsbegeerte, analogie, beginselen der kritiek, bewijzen voor het Christendom (evidences of Christianity), Bijbelsche oudheden en kerkelijke geschiedenis; algebra, meetkunde (geometrie), kegelsneden, trigonometrie en landmeetkunde (mensuration) en technologie.

Ook naaldenwerk, borduren, muzijk, vokaal en instrumentaal muzijk, teekenen en schilderen worden, op die inrigtingen, hoewel niet aan allen, onderwezen; — men noemt deze vakken, de leervakken van sieraad (ornamental branches), in tegenoverstelling van het noodzakelijk, wetenschappelijk onderwijs.

Aan de, door ons bezochte vrouwelijke akademiën, waren zelfs openbare en kostelooze lezingen verbonden, over

onderscheidene letterkundige en wetenschappelijke onderwerpen; benevens uitgeloofde eerepenningen en vereerende getuigschriften, door curatoren uit te reiken, aan zulke jonge dochters, die de uitgeschrevene prijsvragen best beantwoord hebben. Zoodanige gouden medailles, soms een zevental, zoo door de akademie, als bijzondere en vermogende voorstanders (de Hr. Will. H. Crosby, Is. Ferris) en vrienden der akademie bekostigd, worden jaarlijks in het openbaar uitgereikt, en de prijsschriften, door verscheidene commissien beoordeeld, met de uitgebragte en jaarlijksche verslagen door den druk algemeen gemaakt, en, bij gelegenheid der bekrooning, door aanzienlijke mannen voorgelezen. Wij vermoeden, dat het den lezer hier zal gaan, gelijk het ons ging, toen wij dat stelsel van vrouwelijke akademiën het eerst leerden kennen. Ook al kent hij het ongunstige oordeel niet, dat Jean Paul, over grootere en kleinere opvoedings-gestichten voor het vrouwelijke geslacht velt, zal hij zich, naar onze Europesche zienswijze, moeijelijk met dit Amerikaansche stelsel, dat evenwel een wezenlijke schakel in hun geheele opvoedingsstelsel uitmaakt, kunnen vereenigen.

[ocr errors]

staan

Men hoore Jean Paul: „Meisjes met meisjes verbonden, bijv. in kostscholen, hier in akademiën, met elkander in eenen ruilhandel, minder wat hare voortreffelijkheden, dan wat hare zwakheden betreft, van de zucht tot opschik, om te behagen en kwaad te spreken, tot het vergeten van het accismus toe 1). Reeds zusters van ongelijken ouderdom schaden elkander, hoe veel meer dan gespelinnen van gelijke jaren; men hoore slechts in een opvoedings-gesticht voor het vrouwelijk geslacht, de wederzijdsche kibbelarijen, wanneer juist een jongeling voor of achter de spreektralie gekomen was. In het vaderlijke huis, zoude uit zulk een bezoek minder gemaakt worden, reeds daarom, naardien het meermalen, ernstiger en onder minder mededingers, afgelegd werd. Eu wat zoude er nog wel te zeggen vallen over de kloosters ad interim? Mannen

1) Accismus is eene geveinsde weigering van hetgene men toch wenscht.

« PreviousContinue »