Page images
PDF
EPUB

DAWYDOW-DAZIO GRANDE.

7

in Polen zóó verdienstelijk, dat hij tot luitenant- | rechtstelling van koning Karel I in 1649, en de generaal bevorderd werd. Hij overleed den 8sten 2de September, de dag van den grooten brand van Mei 1839 op zijn landgoed bij Moskou. Zijn krijgs-Londen in 1666. liederen ademen de onbezorgde vroolijkheid van den Russischen soldaat; zij zijn meestal bij het bivouac vervaardigd. In zijn overige dichtwerken geeft hij blijken van groote gaven, die echter wegens zijn zwervend leven niet naar eisch werden ontwikkeld. Van zijn krijgskundige geschriften noemen wij: „Proeven van een theorie over een partijgangersoorlog" (1821) en „Herinneringen aan den slag bij Eylau". Zijn gezamenlijke werken zijn in 3 deelen in 1840 (laatste druk, 1893) in het licht verschenen, zijn Gedenkschriften in het Russische tijdschrift „Russkaja Starina".

Dayton, de hoofdstad van het county Montgomery in den staat Ohio der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, ligt aan het vereenigingspunt van de Mad en van de Great Miamirivier, alsmede aan het Miamikanaal. De stad, die in 1796 gesticht is, telt (1900) 85383 inwoners en is op den oostelijken oever der Miami ruim en breed aangelegd. De Atlantic-Great-Western-, de Cincinnati-Hamilton-Dayton-, de Dayton-Xenia-Western-, de Dayton-Union-, de Dayton-Michigan- en de Cincinnati-Sandusky-Cleveland-spoorweg verbinden de stad met alle deelen der Unie. Er is een bloeiende nijverheid, bestaande in het vervaardigen van papier, aardewerk, kachels, wagons en ander spoorwegmaterieel. De waarde van de voortbrengselen der nijverheid beloopt (1900) 35697695 dollars. Te Dayton bevinden zich onderscheiden instellingen van liefdadigheid, namelijk een krank

Behalve kerken heeft men er verscheiden openbare scholen. Verder is er een kweekschool voor onderwijzers en een seminarium.

Dax (voorheen Acqs Aquae Tarbellicae of Augustae), een ouderwetsche stad in het Fransche departement Landes in Gascogne, op den linker oever van de Adour gelegen, telt (1901) 8799 (met de voorsteden 10329) inwoners. Zij is een kruispunt van de Bordeaux-Bayonne en Dax-zinnigengesticht, een weeshuis en een armenhuis. Puyer-Pau spoorlijnen, een arrondissementshoofdstad en de zetel van een rechtbank. Men heeft er een normaalschool en een kabinet voor delfstofkunde. De inwoners houden zich bezig met Daza, Hilarion, president der republiek Bolihet vervaardigen van kurken, kaarsen, chocolade via, werd geboren te Sucre in 1840 en was sedert en fijne likeuren en vooral met een levendigen 1858 een ijverig voorvechter der liberalen. In 1871 handel in wijn, brandewijn, graan, timmerhout nam hij deel aan de omwenteling, die Melgarejo enz. Ook is er een depôt van handelsartikelen, ten val bracht. Aan het hoofd van zijn kurassiersdie naar Spanje verzonden worden. In het mid-regiment bracht hij de bevolking van la Paz onden der stad ontspringt een den Romeinen reeds bekende warme zwavelbron van 60-65o C. waar velen genezing zoeken voor jicht en verlamming. In 1891 is het prachtig aangelegde etablissement Salin-Thermal geopend. Dax is de geboorteplaats van den wiskundige Borda, voor wien er een standbeeld is geplaatst, en van den staatsman Ducos.

der het gezag van Morales, die hem tot generaal en minister van Oorlog benoemde. Toen in 1876 de presidentsverkiezingen onbeslist bleven, maakte hij zich met geweld meester van de heerschappij over Bolivia. Hij regeerde op willekeurige wijze en zocht zijn hebzucht te bevredigen. Na het uitbarsten van den oorlog tegen Chili en de nederlaag zijner troepen kwam het leger te Tacna tegen hem in opstand en noodzaakte hem, tegen het einde van 1879, de vlucht te nemen naar het buitenland. Den 1sten Maart 1894 werd hij bij Urjuni vermoord.

Daxenberger, Sebastian Franz von, een Duitsch schrijver, werd geboren te Munchen den 3den October 1809, studeerde te Munchen, Berlijn en Göttingen in de rechten, was eerst advocaat bij de rechtbank te Au, zag zich daarna Däzel, Georg Anton, een bosch bouwkundige, geplaatst bij het ministerie van Binnenlandsche geboren den 5den Februari 1752 te Fürth, werd Zaken en in November 1835 als secretaris bij den leeraar aan de keurvorstelijke pageschool te Müntoenmaligen kroonprins, later koning Maximili-chen, in 1790 leeraar aan de school voor boschculaan 11. In 1843 werd hij regeeringsraad en bekleedde later andere hooge staatsambten. In 1849 als afgevaardigde naar het Parlement te Frankfort gezonden, behoorde hij er tot de vertegenwoordigers van de constitutioneele monarchie en van de zelfstandigheid van Beieren. Door het ontvangen der Beiersche kroonorde trad hij in 1857 in den adelstand. Van zijn dichtwerken, die hij onder den naam Karl Fernau uitgaf, vermelden wij: Edgar, oder Blätter aus dem Leben eines Dichters (1838), „Mythische Gedichte" (1835), Gedichte" (1845) en „Die Sendlinger Schlacht am Christtage 1705" (1842). Voorts noemen wij zijn drama's: „Beatrice Cenci”, „Ulrich Schwarz" en Bianca Capello", benevens zijn lyrisch spel: Das Fest der Musen" (1844). Ook heeft hij na den dood van von Schenk (1845) vijf jaargangen van de Charitas" uitgegeven.

[ocr errors]
[blocks in formation]
[ocr errors]

tuur aldaar, in 1803 directeur van de boschbouwschool te Weihenstephan, in 1807 hoogleeraar in den boschbouw te Landshut en vervolgens te München en overleed te Regensburg den 5den April 1847. Hij schreef o. a. : „Practische Anleitung zur Taxierung der Wälder" (2de druk, 1788), Physiologie der Holzpflanzen und Forstbotanik", „Holzzucht, Forstpflege und Forstbenutzung" (dl. 2 en 3 van het „Lehrbuch für die pfalzbayrischen Försten", 1788-1790), „Tabellen zur Bestimmung des Inhalts unbeschlagener Baumstämme nach Kubikfusz" (6de druk, 1860), „Ueber Forsttaxierung und Ausmittlung des jährlich nachhaltigen Ertrags" (1793) en „Ueber die zweckmäszigste Methode, grosze Waldungen auszumessen, zu zeichnen und zu berechnen" (2de druk, 1819).

Dazio Grande, een vlek in het Zwitsersche kanton Tessino, ligt 948 m. boven de oppervlakte der zee, een klein uur gaans ten noorden van Faido op den rechter oever der Ticino, aan den grooten weg en over den spoorweg door den St.

[blocks in formation]

Gotthard. Tot 1848 was het een groot tolkantoor. | zoodat men zich aan deze moest houden. Tevens Ook de woeste kloof, waardoorheen de Ticino be- ried hij tot gematigdheid en rust aan en herhaalneden dit plaatsje over de gneisgevaarten van den de steeds, dat een vreedzame onderhandeling met Monte Piottino bruist, draagt denzelfden naam. de regeering eer tot het doel zouden leiden dan Dead-reckoner. Zie Loginrichting. woelingen en geweld. Tegen het einde van DecemDéak, Frans von, een Hongaarsch staatsman, ber 1860 werd hij met zijn vriend Eötvös naar gesproten uit een adellijk Hongaarsch geslacht, Weenen geroepen, om over het bijeenroepen van werd geboren den 17den October 1803 te Kehi- den Hongaarschen Landdag te spreken; zelfs werda in het comitaat Szala, studeerde te Raab in den zij in afzonderlijk gehoor ontvangen bij den de rechten en keerde daarna terug in zijn comi- keizer. Den 11den Maart 1861 werd hij gekozen taat, waar hij door zijn talenten en door zijn her- tot afgevaardigde naar den Landdag en stond er vormingsgezinde bemoeiingen veler aandacht trok weldra aan het hoofd der gematigde partij. Den en van 1832 tot 1836 naar den Landdag afge- 13den Mei bracht hij er een ontwerpadres ter tafel, vaardigd werd. Hier was hij weldra de leider der dat na lange en hevige beraadslagingen zoowel oppositiepartij, die zich ten doel stelde, Hongarije door het Huis der Afgevaardigden, als door dat van een leenroerig landschap in een modern- der Heeren aangenomen en vervolgens aan den constitutioneelen staat te herscheppen. Op den keizer overhandigd werd. Toen de voorstellen, in volgenden Landdag (1839-1843) bracht hij dat adres vervat, als onaannemelijk werden terugeen verzoening tot stand tusschen de Re- gezonden, stelde hij een tweede adres op, dat geering en de hervormingspartij. Er werd een door de beide Huizen goedgekeurd en aan den commissie benoemd, om een strafwetboek voor keizer overhandigd werd, waarop den 22sten AuHongarije te ontwerpen, en dit wetboek, hetwelk gustus 1861 een ontbinding van den Landdag volgzeer geroemd wordt, is aan zijn medewerking veel de. De vorming van de Oostenrijksch-Hongaarverschuldigd. Na dien tijd werd hij tot 3-maal sche monarchie, zooals die in 1866 tot stand kwam toe als afgevaardigde naar den Landdag gekozen, (zie Oostenrijk-Hongarije, Geschiedenis) is doch telkens had hij redenen, om het mandaat van men vooral aan zijn vredelievende pogingen verde hand te wijzen. Eerst na de gebeurtenissen van schuldigd. Hij was steeds de aanvoerder der DéMaart 1848 nam hij weder deel aan de staatkun-akpartij in het Huis der Afgevaardigden en onde en belastte zich met de portefeuille van Justi- dersteunde het ministerie bij alle gewichtige voortie in het door Ludwig Batthyányi gevormde Ka- stellen. Als staatsman genoot hij de algemeene binet. Met kracht reorganiseerde hij de rechter-achting, daar geen zelfzucht, maar oprechte valijke macht in Hongarije en maakte toebereidse- derlandsliefde zijn gedrag bestuurde, doordat hij len tot het indienen van wetsontwerpen ten be- zich in bijzaken inschikkelijk betoonde, terwijl hij hoeve der drukpersvrijheid, der invoering van recht- aan groote, deugdelijke beginselen onwrikbaar vastspraak door gezworenen enz., terwijl hij tevens hield. groote gematigdheid aan den dag legde en een goede verstandhouding met Oostenrijk zocht te bevorderen. Toen Kossuth den 17den September 1848 het bestuur der zaken op zich nam, legde hij zijn portefeuille neder en vergenoegde zich met de betrekking van afgevaardigde naar den Rijksdag. Bij de nadering van het Oostenrijksche leger onder Windischgrätz (einde 1848) ried hij aan te onderhandelen en was lid der deputatie, die zich met dat doel naar het Oostenrijksche leger begaf. Daar deze stap tot niets leidde, begaf hij zich naar zijn landgoed Kehida.

Hij overleed te Boedapest, den 29sten Januari 1876, werd met vorstelijke eerbewijzen ten grave gebracht en door de stichting van een grootsch gedenkteeken (van Huszar) gehuldigd.

Deakin, Alfred, een Australisch staatsman, werd geboren den 3den Augustus 1856 te Melbourne. Hij studeerde in de rechten en werd in 1879 lid van het Lagerhuis. Van 1883-1886 was hij minister van Openbare Werken van de kolonie Victoria en bekleedde verschillende eereambten. Sedert 1889 behoort hij tot de leiders der federalistische beweging, en door zijn geboorteland Na het dempen van den opstand zocht men Victoria werd hij, samen met Barton, die Nieuw Déak te bewegen, tot een reorganisatie van het Zuid Wales vertegenwoordigde, in 1900 naar Lonland mede te werken. Men riep hem naar Wee- den gezonden, om den Commonwealth-Bill toe te nen, doch hij weigerde, daar, zooals hij aan den lichten. Den 1sten Januari 1901 werd Deakin eerOostenrijkschen minister van Justitie schreef, de ste minister van den nieuwen Australischen stagedragslijn der Oostenrijksche regeering hemels-tenbond. Hij is de schrijver van verschillende werbreed verschilde met zijn beginselen en bedoelin-ken over bevloeiingen.

gen. Later vestigde hij zich te Pest en nam er Deal, een zeestad, aan de oostkust van het als bestuurslid ijverig deel aan de beraadslagin- Engelsche graafschap Kent, aan den spoorweg gen der Hongaarsche academie. Toen het keizerlijk gelegen, telt (1900) 10575 inwoners. Zij bezit hervormingsbesluit van den 20sten October 1860 een fraai douanengebouw, een zeevaartschool, een verscheen, richtte zich de blik van alle vaderlands-groot militair hospitaal, kazernen en magazijnen lievende Hongaren op Déak, doch deze bewaarde voor de marine.Scheepsbouw, zeilmakerij en handel een diep stilzwijgen. De voorstanders van het di- zijn er de voornaamste bedrijven. Er is geen eigenploma wenschten hem bekleed te zien met de be-lijke haven, maar een door duinen (van daar Duins) trekking van Judex Curiae", waartoe hij zich ech-beveiligde reede, waar plaats is voor meer dan ter niet liet vinden, omdat de wetten van 1848 niet 400 schepen. De duinen vormen er een lange reeks langs constitutioneelen weg waren veranderd, en van Ramsgate tot aan kaap Dungeness. Tusschen toen men bij hem aandrong, legde hij de verklaring | af, dat de wettelijke grond voor de hervorming van Hongarije gelegen was in de wetten van 1848,

eerstgenoemde plaats en Deal liggen de gevaarlijke Goodwinsands, waar zich 4 lichtschepen bevinden, benevens een vuurtoren van gegoten ijzer

[blocks in formation]

ter hoogte van 20 m., dat met ontzaglijke moeite | chende Morphologie und Biologie der Pilze, Mygebouwd is wegens het drijfzand. Men meent dat cetozoen und Bacterien" (Leipzig, 1882) en „ VorJulius Caesar bij zijn eersten tocht naar Brittan- lesungen über Bacterien" (Leipzig, 1885; 2de nië te Deal aan wal is gestapt. De kasteelen te druk 1887). Sedert 1866 redigeerde hij de „BoDeal, Sandown en Walmer zijn in 1539 door Hen- tanische Zeitung". drik VIII tot beveiliging der kust gesticht.

De Amicis, Edmondo. Zie Amicis de. Dean Forest is een heuvelachtige woud- en heidestreek in het W. van Gloucestershire (Engeland), tusschen de rivieren Severn en Wye. De bevolking (ongeveer 18000 zielen) houdt zich voornamelijk bezig met mijnbouw (steenkool en ijzer). Het 10 520 H.A. groote gebied is eigendom der Kroon en is verdeeld in zes distrikten, die door een lord-warden bestuurd worden.

Death Valley is een woest dal in het Z.O. van Californië, 67 m. onder den zeespiegel gelegen, tusschen de Paramint- en Funeral Mountains.

Debat of discussie noemt men een gedachtenwisseling, die onder de leiding van een voorzitter naar de volglijst der sprekers regelmatig plaats heeft. Men gebruikt die woorden vooral van de beraadslagingen in vertegenwoordigende lichamen of in politieke vergaderingen, alsmede van die van vereenigingen, waar onderwerpen aan de orde zijn, waarover een besluit genomen moet worden. Men heeft algemeene debatten of beraadslagingen over het hoofdbeginsel eener wet of de strekking van een ontwerp, en bijzondere over de afzonderlijke bepalingen.

Debat-Ponsan, Edouard Bernard, een Fransch schilder, werd in 1847 te Toulouse geDeauville is een zeebadplaats in het Fran- boren. Na aldaar en te Parijs gestudeerd te hebsche departement Calvados, arrondissement Pont ben, gaf hij in 1874 le premier Deuil" uit. Van l'Evêque gelegen, aan de uitmonding van de Tour- zijn overige werken noemen wij: „la Fille de ques in het Kanaal, tegenover Trouville. Het werd Jephte", „la Couronne de Toulouse" en portretin 1862 als badplaats aangelegd en is in de laat-ten van Constans, Camescasse, Pouyer-Quertier, ste jaren sterk vooruitgegaan. Het plaatsje telt (1901) 2773 inwoners.

Paul de Cassagnac en Boulanger.

Débats, Journal des is een Parijsch dagblad, dat vroeger geruimen tijd het toonaangevende blad der Europeesche pers was. Het werd opgericht in 1789 onder den titel „Journal des Débats et des Décrets" en in 1800 door Louis

Debans, Jean Baptiste Camille, een Fransch journalist en romanschrijver, werd in 1834 te Cauderan geboren. Hij heeft aan verschillende dagbladen medegewerkt en een groot aantal romans en novellen geschreven, waarvan wij noemen: „Oc-François Bertin overgenomen. Onder Napoleon I, tave Keller" (1866), „les Drames à toute vapeur" (1869), le Capitaine Marche-ou-Crève" (1877), la Peau du mort" (1879), „le Baron Jean" (1881), Histoire de dix-huit prétendus" (1881), „la Cabanette" (1884), „les Pudeurs de Martha" (1885), les Duels de Roland" (1886), „Au coin d'un bois" (1886), „Une terrible femme" (1887), „Scènes de la vie cévénole: la Gibosse" (1888), „les Plaisirs et les Curiosités de Paris" (1889), „les Coulisses de l'Exposition" (1890), „Boissat chimiste" (1892), -Guy de Saint Guy" (1893) en l'Aiguilleur" (1895).

die zelf hoofdartikelen er voor schreef, verscheen het als „Journal de l'Empire". Van 1830-1848 was het het orgaan der Orleans; onder Napoleon III hield het zich neutraal en sedert 1870 vertegenwoordigt het de gematigd republikeinsche beginselen. Door zijn voortreffelijke feuilletons was het Journal des Débats, onder redactie van Jules Janin (1829-1873), ook belangrijk uit een letterkundig oogpunt.

Debay, Jean Baptiste Joseph, een Fransch beeldhouwer, werd in 1779 te Mechelen geboren, studeerde te Parijs bij Chaudet en kreeg na afDe Bary, Heinrich Anton, een Duitsch bo- loop zijner studies de opdracht een aantal beeltanicus, werd te Frankfort a. M. geboren, den den voor de bibliotheek en de beurs te Nantes 26sten Januari 1831. Hij studeerde te Marburg, te vervaardigen. Na zijn terugkeer in Parijs maakHeidelberg en Berlijn in de geneeskunde en ves-te hij voor Havana twee reuzenbeelden, Neptunus tigde zich in 1853 te Frankfort a. M. als arts. en Apollo. In 1817 kreeg hij voor de buste van In 1854 werd hij docent in de botanie te Tü- den tooneelspeler Talma een medaille 2de klasse. bingen, in 1855 hoogleeraar te Freiburg en ver- Hij overleed in 1863. Van zijn overige werken volgens in Halle en Straatsburg. Hij overleed noemen wij het bronzen ruiterstandbeeld van Loaldaar den 19den Januari 1888. Vooral hield hij dewijk XIV te Montpellier, het standbeeld van zich bezig met de studie van de ontwikkeling den kanselier l'Hôpital in het stadhuis te Aigueder zwammen. Hij schreef: „Beitrag zur Kennt perse, dat van den heiligen Sebastiaan in de St. nis der Achlya prolifera" (Berlijn, 1852), „Un- Marie-kerk te Parijs, de marmerbeelden van Katersuchungen über die Brandpilze", "Unter-rel Martel (Museum te Versailles) en Colbert suchungen über die Familie der Konjugaten", (Luxembourg, Parijs) en de marmerbeelden der Die Mycetozoen", „Recherches sur le dévelop-generaals Cambronne en Valhubert (Museum Verpement de quelques champignons parasites" (Pa- | sailles). Verder de marmergroepen „Mercurius, rijs, 1863), Die gegenwärtig herrschende Kar- Argus in slaap brengend", „Mercurius, Argus dootoffelkrankheit", „Ueber die Fruchtentwickelung dend", „De drie Parcen",,Het meisje in de schelp". der Askomyceten", „Beiträge zur Morphologie Debay, Jean Baptiste Joseph, de jongere, een und Physiologie der Pilze"(Frankfort, 1864-1882, zoon van den vorige, eveneens beeldhouwer, werd 5 dln.), Morphologie und Physiologie der Pilze, in 1802 te Nantes geboren en studeerde onder Flechten und Myxomyceten" (Leipzig, 1866), leiding van zijn vader en van Bosio. In 1829 kreeg - Uber Schimmel und Hefe", „Vergleichende Ana- hij den prix de Rome met zijn „Dood van Hyatomie der Vegetationsorgane bei den Phanero- cinthus". Verder zijn te noemen: „de Genius van gamen und Farnen" (Leipzig, 1877), „Verglei- | het Zeewezen", „de Genius van de Jacht", „ Een

[blocks in formation]

jonge slavin", marmerbeeld van Karel VII van | 2 dln.), „Les chroniqueurs" (een verzameling oudFrankrijk (Museum te Versailles), de standbeelden Fransche kronieken, 1892-1893, 2 dln.), „Hisvan generaal Cambronne (Nantes) en van maar-toire des rapports entre l'Eglise et l'Etat en Franschalk Oudinot (Bar-le-Duc). Debay overleed in ce de 1789 à 1870" (1898). 1862.

Debay, Auguste Hyacinthe, broeder van den vorige, geboren in 1804, werkte als beeldhouwer en schilder bij zijn vader en Gros, met zooveel succes, dat hij reeds in 1823 den Grand Prix kreeg met, Aegisthus bij het lijk van Klytemnestra". Na een verblijf te Rome keerde hij naar Parijs terug, waar hij in 1865 overleed. Van zijn wer ken zijn te noemen op schildergebied: Lucretia op het Forum" (Museum, Nantes), „De kinderen van den grijsaard", „Lichting van vrijwilligers te Parijs, Samenkomst van Frans I van Frankrijk met den koning van Engeland" (Museum te Versailles),,, Wandeling van Sixtus V", „Slag bij Dreux", „Bestorming van de hoogte van Rivoli door de Fransche troepen onder generaal Joubert" (Museum te Versailles). En op beeldhouwgebied: Graftombe van den aartsbisschop van Parijs Affre (Notre Dame te Parijs), de standbeelden van Perrault en Claude Lorrain, het mausoleum van graaf Damas. Zijn beste werk is „De eerste wieg". De Beers Consolidated Mines Ltd. is de naam eener maatschappij, die den 1sten April 1888 werd opgericht tot ontginning der Zuid-Afrikaansche diamantvelden, voornamelijk de de Beers-, Kimberley- en Butfontijn-Dutoitspanmijnen. Aan het hoofd stond tot zijn dood Cecil Rhodes. Zij | bezit, met uitzondering van de „Premier" in Transvaal-kolonie, alle groote diamantmijnen in Zuid-Afrika. De verkoop der ruwe steenen heeft zij opgedragen aan een syndicaat te Londen, waar de fabrikanten hun inkoopen doen (zie ook Diamantbewerking). Het kapitaal der te Kimberley gevestigde maatschappij bedraagt (1904) 4,5 millioen pond sterling, waarvan 0,8 millioen preferente en 1 millioen andere aandeelen van 2,5 pond. In 1903 bedroeg het dividend 40 % op de preferente en 60% op de gewone aandeelen.

Debes, Ernst, een Duitsch kartograaf, werd geboren den 22sten Juni 1840 te Neukirchen bij Eisenach. Hij was als leerling en medewerker van Petermann in het geografisch instituut van Justus Perthes te Gotha werkzaam, later studeerde hij nog te Parijs en richtte met H. Wagner een geografisch instituut te Darmstadt op. Van 1893 tot 1895 verscheen zijn groote „Neuer Atlas" (2de druk, 1900), die wetenschappelijk en technisch zeer hoog staat.

Debet en Credit. Zie Dubbel- of Italiaansch boekhouden onder Boekhouden en Schuld.

Debidour, Antonin, een Fransch geschiedschrijver, werd geboren den 31sten Januari 1847 te Nontron (Dordogne). Hij behaalde met zijn studie over keizerin Theodora den doctors-titel en bekleedde verschillende betrekkingen bij het hooger onderwijs. Van zijn werken vermelden wij La Fronde angevine" (1877), „Précis de l'histoire de l'Anjou" (1878), „Le général Bigarré, aide de Camp de Joseph Bonaparte, d'après ses mémoires inédits" (1880). „Histoire de Du Guesclin" (1880, 3de druk 1890), „L'impératrice Théodora" (1885), Etudes critiques sur la Révolution, l'Empire et la période contemporaine" (1886), „Histoire diplomatique de l'Europe, 1814-1878" (1891,

Debiet, een woord van Franschen oorsprong, beteekent afzet van goederen. Debitant is hij, die met den verkoop, meestal in het klein, van een of ander artikel belast is. Zie ook Staatsloterij. Debiteur of Schuldenaar. Zie Schuld. De Boni, Filippo, een Italiaansch schrijver, geboren te Feltre in 1816, werd na eerst geestelijke te zijn geweest, gouverneur te Venetië en te Florence, maar moest in 1816 de wijk nemen naar Zwitserland, waar hij republikeinsche vlugschriften in het licht zond. Tijdens de omwenteling van 1848-1849 was hij eerst medewerker aan het door Mazzini gestichte dagblad: „Italia del popolo" en vervolgens gezant van de Romeinsche Republiek in Zwitserland. Eerst in 1859 keerde hij terug naar zijn vaderland en werd in 1860 lid van het Parlement, waar hij steeds tot de linkerzijde behoorde. Hij overleed te Florence den 7den November 1870. Van zijn geschriften vermelden wij: „Gli Eccelini e gli Estensi' (3 dln., 1841), Voci dell' anima" (1846), „Storia dei fatti delle Romagne" (1847), „Domenico Veneziano e Andrea del Castagno" (1851), „La chiesa romana e l'Italia" (1863), „L'inquisizione ei Calabro-Valdesi" (1864) en „Ragione e dogma" (1864).

"

Debora, een Hebreeuwsche profetes en heldin uit het tijdperk der Richteren, was de echtgenoot van Lapidoth en bewoonde het gebergte van Ephraïm, alwaar zij onder een tent van palmbladeren recht sprak. Om het vaderland van het juk van den Kanaänitischen koning Jabin en diens veldheer Sisera te bevrijden, deed zij door Barak een leger verzamelen en trok zelf mede ten strijde. De overwinning, door haar behaald, bezorgde aan de Israëlieten gedurende langen tijd een gewenschte rust en is door haar in het „Lied van Debora" (Richterer. V) bezongen.

Débouché is een gelegenheid tot afzet van produkten. Een koopman zoekt débouchés voor zijn waren, als hij er op uit is, nieuwe kanalen tot den verkoop ervan te openen; een volk verschaft zich débouchés naar buiten, als het met andere natiën handelsbetrekkingen aanknoopt, of overzeesche landstreken in bezit neemt, waardoor het zich nieuwe wegen baant, waarlangs zijn voortbrengselen tot hun bestemming, het bereik van nieuwe verbruikers, kunnen worden vervoerd. De beroemde Fransche staathuishoudkundige Jean Baptiste Say heeft in zijn „Cours d'Economie politique" een theorie der débouchés ontvouwd, waarin hij aantoont, dat de meening onwaar is, dat de produkten alleen tegen geld verruild worden, maar dat integendeel de produkten slechts geruild worden tegen produkten van gelijke waarde. Immers het geld zelf is ook een produkt, dat op geen andere wijze verkregen wordt en om geen andere reden door andere menschen begeerd, dan welke andere produkten ook, namelijk omdat het nut heeft, dat is, in een behoefte van menschen kan voorzien, en omdat het dat nut door arbeid heeft verkregen en hierdoor voortgebracht moest worden, òf, zooals de staathuishoudkundigen dat noemen, omdat het waarde heeft. Men vindt derhalve geen débouchés voor zijn produk

DÉBOUCHÉ DEBUIRE.

[ocr errors]

11

ten, of men moet menschen treffen, die er be- | tu?", „Les barricades", „Prince Eugène”, „Fanhoefte aan hebben, verbruikers, die in staat zijn, fan la Tulipe". „La veuve du soldat" en „Maom van hun kant produkten van gelijke waarde, die rengo". dezerzijds begeerd worden, in ruil aan te bieden. Debreczin, een der grootste en meestbevolkVindt men aldus gelegenheden tot afzet van voort- te steden van Hongarije, sedert 1693 een kobrengselen, dan is dat de sterkste prikkel, dien ninklijke vrijstad en de hoofdstad van een comimen zich denken kan, tot krachtiger arbeid, tot taat, ligt aan de overzijde van de Theisz, in een grooter kapitaalvorming en belegging, tot meer- schrale vlakte en is een kruispunt van de Dedere produktie. Want in ruil voor het meer ge- breczin-Boedapest, Debreczin-Szatmar, Debreczinproduceerde kan men zich een grooter aantal Nyiregyhaza, Debreczin-Szt Myhely, Debreczinvreemde produkten in steeds grooter verschei Leta en Debreczin-Abony spoorlijnen. Zij is zeer denheid aanschaffen. Het springt in het oog, dat ruim gebouwd en draagt al de kenmerken van een dit zoowel geldt voor de individuen, als voor ge- Hongaarsche boerenstad. Zij is voorzien van 8 poorheele volken; dat allen, zoowel de individuen, ten, en haar voorsteden verliezen zich in onafgeheele klassen van menschen, zooals fabrikan-zienbare heidevelden. De plaats bezit eenige ten, landbouwers, handelaren, als geheele natiën schoone gebouwen, zooals de Katholieke en de één belang hebben, namelijk dit, dat het allen | Protestantsche hoofdkerken, het Piaristenklooster, welgaat, dat alle takken van voortbrenging bloeien het stadhuis, de handelsacademie en het gerechtsen vooruitgaan, dat het welvaren van stad en gebouw, het Margaratenbad enz. Men heeft er land, van landbouw en zeevaart, van fabriek en een Kamer van Koophandel en Nijverheid, een handel, van wijnbouwer en zeevisscher ten nauw- Hervormde hoogeschool, de oudste en voornaamste onderling verbonden is. Niets is dus dwazer, ste in Hongarije, met groote bibliotheek (100000 schadelijker en ongerijmder, dan het denkbeeld, deelen), een school der Piaristen, een paar gymdat de voorspoed van het eene land een reden nasia enz. Het aantal inwoners (1901) bedraagt van afgunst en nijd voor het andere moet zijn, 75006, die nagenoeg allen Magyaren zijn en tot omdat de bronnen van bestaan hier dan minder de Hervormde Kerk behooren. Zij vervaardigen mild zouden vloeien; dat de handel en zeevaart wollen stoffen, mantels, leder, schoenen, kanonzich slechts in voorspoed kunnen verheugen ten nen, meubels, zeep, pijpen enz. Voorts vindt men koste van fabriekswezen en landbouw; dat een er salpeterziederijen en brandewijnstokerijen. 4 natie, die groot, rijk en welvarend wil worden, jaarmarkten brengen er veel vertier. zich zooveel mogelijk onafhankelijk moet trachten te maken van het gebruik van produkten, in den vreemde vervaardigd. Aller belang is een, het welvaren van allen. Ieder heeft het goed, waar het geheel welvarend is; het geheel heeft het goed, waar het ieder voor zich welgaat. Ieder produceert één artikel, maar is verbruiker van duizend verschillende artikelen, ten gevolge van de verdeeling van den arbeid; ieder zoekt verbruikers voor zijn produkten; hij heeft niet genoeg aan hen, die deze begeeren, maar deze moeten tevens de middelen bezitten, om ze zich aan te schaffen. Wanneer een voortbrenger, een geheele natie nieuwe betrekkingen aanknoopt met anderen, die zijn produkten noodig hebben en kunnen betalen, dan ontstaat voor beiden een sterke beweegreden, om hunne produktie uit te breiden; naarmate dit krachtiger geschiedt, levert de een voor den ander een ruimer débouché op. Debraux, Paul Emile, een zeer populair Fransch dichter, werd den 30sten Augustus 1796 geboren te Ancerville in het departement Meuse, studeerde aan het keizerlijk lyceum en baarde reeds in 1815 opzien door zijn Chanson de la Colonne" en "Le Mont Saint-Jean", terwijl hij in 1816 en 1817 aan het hoofd stond eener club zonderlinge lieden uit de lagere volksklasse. Uit zucht naar onafhankelijkheid liet hij de betrekking varen, die hij aan de geneeskundige school bekleedde. In 1823 werd hij wegens zijn staat- Debuire, Louis, een Fransch liederdichter, kundige gevoelens veroordeeld tot gevangenisstraf meer bekend onder den naam Du Buc, werd in in Ste Pélagie, en overleed den 12den Febru- 1814 te Rijssel geboren en overleed er in 1897. ari 1831. Zijn liederen ademen een dergelijken Zijn voornaamste werken, waarvan enkele in het oppositiegeest als die van Béranger. Laatstge- Rijsselsch dialect, zijn: Les Lilloises" (1857), noemde heeft in 1835 een volledige uitgave der „Notice historique sur les sociétés chorales de Chansons" van Debraux in 3 deelen bezorgd. Lille" (1858), „Les Pantins de province" (1861), Behalve de beide reeds genoemde liederen zijn | „Chansons lilloises”(1862), „Chansons en français" zijn meestbekende: „Bélisaire", „T'en souviens-|(1862), „La seconde Epreuve" (1865), „Nouveau

Weleer had Debreczin in de oorlogen tegen Turkije veel te lijden. In 1567 werd op de hier gehouden Synode de Gereformeerde geloofsbelijdenis goedgekeurd. Van 1660-1692 was de stad in handen der Turken en werd in dien tijd door Antonio Caraffa geplunderd. In 1849 was Debreczin een tijd lang de zetel van den Hongaarschen Rijksdag en van de revolutionnaire regeering. Den 14den Maart van dat jaar riep Kossuth er in de kerk de onafhankelijkheid van Hongarije uit. Het Honvedcorps onder Nagy werd den 2den Augustus 1849 bij Debreczin door de Russen verslagen.

Debret, Jean Baptiste, een Fransch schilder, werd in 1768 te Parijs geboren, waar hij onder leiding van David studeerde. In 1791 ging hij naar Rome en kreeg een eervolle vermelding bij de tienjaarlijksche prijzen voor zijn: „Napoléon saluant un convoi de blessés autrichiens" (1806). In 1815 behoorde hij tot de kunstenaars, die gekozen werden om de Academie van Schoone Kunsten te Rio de Janeiro te vormen. Hij werd eerste schilder van dom Pedro, maakte de portretten van de voornaamste personen van het Hof en bracht de gebeurtenissen in beeld, die tot 1830 in Brazilië waren voorgevallen. Na zijn terugkeer in Parijs gaf hij uit: „Voyage pittoresque et historique au Brésil" (1834-1837). Hij overleed in 1848.

« PreviousContinue »