Page images
PDF
EPUB

DECHAMPS-DECIMA.

Decharge (ontheffing) wordt toegekend aan een rekenplichtig persoon door een commissie, die zijn beheer over een bepaald tijdperk naziet en na goedvinding hem van de verdere verantwoordelijkheid over dat tijdperk ontheven verklaart. In rechten spreekt men van getuigen à décharge; deze worden door den beschuldigde aangevoerd, om hem van de beschuldiging te ontheffen.

17

tochtelijken strijd, in 1879 door de geestelijkheid voor de afdeeling mijnen" geplaatst bij het migevoerd tegen het ministerie, wegens de wet op nisterie van Binnenlandsche Zaken. Hij deed het onderwijs, betoonde hij zich een vurig aan- voorts met Oeynhausen een tocht door Engeland hanger van het ultramontanisme. Hij overleed den en Schotland en werd in 1831 tot „Oberbergrath" 30sten September 1883 te Mechelen. bevorderd, terwijl hij in 1834 een buitengewoon hoogleeraarsambt aanvaardde voor bergbouw aan de universiteit te Berlijn. In 1838 werd hij „geheim Bergrath" en in 1841 „Berghauptmann" en directeur van het mijndistrikt Bonn. In die betrekking onderhandelde hij met Beieren en Frankrijk over den spoorweg van Bexbach naar Forbach en met Frankrijk over het Saarkanaal. Hij was afgevaardigde voor Duitschland op de Decharme, Paul, een Fransch Hellenist, werd groote tentoonstelling te Parijs in 1855, en in in 1839 te Beaume geboren, voltooide zijn stu- 1860 werd hij wegens zijn groote verdiensten die aan de Ecole normale en was achtereenvol- tot „Oberberghauptmann" bevorderd. De gewijgens hoogleeraar te Montpellier, te Nancy en aan zigde wetgeving op het mijnwezer overlaadde de Sorbonne. Van zijn werken zijn de voornaam- hem zoozeer met bezigheden, dat hij in 1864 ste: Recueil d'inscriptions inédites de Béotie", het besluit nam ontslag te vragen uit den staatsLes Muses", „De Thebanis artificibus", „My-dienst. Hij overleed den 15den Februari 1889 te thologie de la Grèce antique" en Euripide et Bonn. Behalve talrijke en belangrijke opstellen l'esprit de son théâtre" (1894). in tijdschriften, gaf hij in het licht „Geognostische Umrisse der Rheinlände zwischen Basel und Mainz" (2 dln., 1825), „Geognostische Karte der Rheinlände zwischen Basel und Mainz" (1825), „Geognostische Karte von Deutschland, England, Frankreich und den Nachbarländern"(1868), „Sammlung der Höhenmessungen in der Rheinprovinz" (1852), „Das Siebengebirge" (1852), Die Vulkanreihe der Vordereifel" (1861), „Der Laacher See" (1864), „Die nutzbaren Mineralien und Gebirgsarten im Deut

[ocr errors]

geognostischen Uebersicht des Gebietes" (1873), Geologische kaarten van de Rijnstreek en Westfalen (1855), een „Geologische Karte von Deutschland” (2 bladen met tekst, 1880) enz.

De Chateleux, Engelbert, geboren te Rotterdam, den 20sten Mei 1855, doch op zeer jeugdigen leeftijd met zijn familie naar Maastricht vertrokken, bezocht aldaar het gymnasium en vervolgens, op 17-jarigen leeftijd, de hoogeschool te Leiden, om zich aan de studie der rechten en vervolgens aan de diplomatie te wijden. Na er een paar examens afgelegd te hebben, was hij, ten gevolge van familieomstandigheden, genoodzaakt, zijn studiën te staken, en gaf in 1877 Chandosse", een drama in verzen uit, dat hij op 20-schen Reiche, nebst einer physiographischen und jarigen leeftijd had geschreven en om zijn groote oorspronkelijkheid, zijn dichterlijken gloed en zijn gewaagdheid, ook in den vreemde opzien wekte, doch dat men, naar de uitdrukking van een Nederlandsch criticus, nooit heeft kunnen, willen of durven opvoeren. Dit drama verschafte hem de vriendschap van Multatuli, met wien hij langen tijd in zeer vertrouwelijke briefwisseling was en die hem herhaaldelijk tot zich riep. Eindelijk gaf hij aan de dringende uitnoodigingen gehoor, bezocht Douwes Dekker te Wiesbaden en vertoefde twee maanden te zijnen huize. Hij verliet het, geheel en al ontgoocheld en in onmin met zijn gastheer, die zich ten onrechte verbeeld had, in hem een geestverwant te hebben gevonden, en wiens bedoelingen schipbreuk leden op het onbuigzaam karakter van den jongen man. In 1881 verliet hij Nederland en werd in den loop van het volgende jaar tot leeraar aan het koninklijk atheneum te Hoei benoemd. Sinds 1897 bekleedt hij hetzelfde ambt aan het kon. atheneum te Antwerpen. Buiten genoemd drama, „Drie vertellingen en een boekdeeltje „Indrukken van den Dag", schreef hij een aantal novellen, stukken en schetsen in Nederlandsche en Nederlandsch-Indische tijdschriften.

Deehenhöhle is de naam van een prachtige, met stalactieten versierde grot, die in 1868 bij den aanleg van den spoorweg van Lemathe naar Iserlohn in een midden-Devonische kalksteenvorming ontdekt werd. Men gaf daaraan den naam van den Oberberghauptmann Dechen (zie aldaar). Deze grot, thans electrisch verlicht, bestaat uit onderscheiden ruimten, die door smalle gangen verbonden zijn, en heeft bij een lengte van 267 m., in het oosten een natuurlijken en in het westen een kunstmatigen toegang.

Decheniet is de naam van een zeldzaam voorkomende delfstof, welke uit een agregaat van trosof wratvormige bestanddeelen bestaat. Zij is rood of roodachtig geel van kleur, bezit een hardheid van 3,5 en een soortelijk gewicht van 5,82. Zij bevat vanadienzuurloodoxyde (Pb V, О6) met 45,05 % vanadienzuur en 54,95 %, loodoxyde, en wordt in den bonten zandsteen van de Beiersche Palts, als korst op kwarts bij Freiburg in de Breisgau en in Karinthië aangetroffen. Dechiffreeren. Zie Chiffreeren. Deci. Zie Deca.

0

Dechen, Ernst Heinrich Karl von, een Duitsch mineraloog, werd geboren te Berlijn den 25sten Decima is een eilandje in het Z.W. van Japan Maart 1800, studeerde in zijn geboorteplaats en gelegen en door een steenen brug met de op Kioeoefende zich vervolgens praktisch in de mijnen. Sioe gelegen stad Nangasaki verbonden. Daar beIn 1820 werd hij tot mijn-élève benoemd en deed, vond zich weleer een factorij der Nederlanders na een wetenschappelijke reis door Zuid-Duitsch- met eenige houten huizen en pakhuizen, verblijland en Frankrijk, in 1824 examen als „Bergamts-ven voor verschillende ambtenaren enz. Er waren assessor". Sedert 1823 genoot hij de gunst van 2 poorten; een van deze leidde naar de brug, de Alexander von Humboldt, en in 1825 werd hij andere naar het water; doch laatstgenoemde werd

[blocks in formation]

Decius is de naam van een Plebejisch Romeinsch geslacht, waarvan sommigen zich door vaderlandslievenden heldenmoed hebben beroemd gemaakt. Wij noemen :

dan alleen geopend, wanneer er een Nederlandsch | den later opgenomen in den „Codex repetitae praeschip voor anker lag. Het bezit dezer factorij was lectionis", waar zij een eigen plaats onder een daarom van zooveel belang voor de Oost-Indische afzonderlijken titel behielden. Compagnie, wijl het verblijf in en het drijven van handel op Japan in dien tijd aan alle Europeesche volken verboden was, zoodat Nederland van Decima uit den geheelen handel van Japan met de buitenwereld, afgezien van China, bemiddelde. In den tijd der Fransche overheersching van ons land was Decima de eenige plek, waar de Nederlandsche vlag bleef waaien, terwijl alle andere koloniën en bezittingen door de Engelschen in bezit waren genomen.

Decimaal stelsel. Zie Maten en Gewichten. Decimale breuk. Zie Breuk, Decime is in de muziek de tiende toon van een aangenomen grondtoon, dezen zelf medegerekend, of het interval, hetwelk negen op elkaar volgende trappen, of tien diatonisch volgende tonen bevat, altijd wanneer men, zooals gewoonlijk geschiedt, den eersten en den laatsten toon medetelt. De decime is dus de terts van het octaaf, of het octaaf van den terts van zekeren grondtoon, en wordt op beide wijzen in de harmonie gebruikt. Zoo is de decime van groot c, klein e enz. Decimeeren is het straffen met den dood van telkens den tienden man van een gedeelte van het leger, wegens lafhartigheid of muiterij. Die wreede, onmenschelijke straf was reeds bij de Ouden in gebruik; men verhaalt, dat zij weder door den Romeinschen consul Appius Claudius Sabinus in 471 v. Chr. gedurende den oorlog tegen de Volscers is toegepast, en ook onder de keizers komt zij nog voor, maar dan in den vorm van vicesimeeren of centesimeeren (d. i. het dooden van elken 20sten of 100sten man). Voorts vinden wij haar zelfs nog in 1642 in den Dertigjarigen Oorlog, toen het regiment Madlo, dat de vlucht genomen had, zich daaraan onderwerpen moest, en ook later hebben sommige veldheeren daarmede gedreigd. Van een leger, dat een groot verlies geleden heeft, zegt men ook wel, dat het gedecimeerd is.

Decisi (Latijn de vastbeslotenen) was de naam van een Italiaansche rooverbende, die onder aanvoering van Ciro Annichiarico van October 1817 tot Februari 1818 het Z.O. van Italië afliep en in naam van de „Salentijnsche republiek" talrijke personen van het leven beroofde. Ferdinand I was niet in staat om alleen de bende meester te worden; slechts met behulp van den Engelschen generaal Church, die den 27sten Februari 1818 het hoofdkwartier tusschen Tarente en Brindisi liet bestormen en Annichiarico met 162 der zijnen liet fusilleeren, kon aan het schrikbewind een einde gemaakt worden.

Decisie is een beslissing, uitspraak of vonnis bij resolutie, besluit, decreet, advies, vonnis of arrest, gegeven door het wetgevend, rechtsprekend of administratief gezag over eenig geschilpunt van recht. Bekend zijn de „Quinquaginta (50) Decisiones" of "Constitutiones" van Justinianus, gegeven in de jaren 529 en 530 ter beëindiging en beslissing van even zoovele twijfelachtige rechtsvragen van oude rechtsgeleerden, die bij de samenstelling van de Digesta" door de verzamelaars (compilatoren) wederom werden opgeworpen. Zij vormden oorspronkelijk een afzonderlijke afdeeling, maar wer

Publius Decius Mus, die als krijgstribuun in 343 v. Chr. door beleid en dapperheid het leger redde van den consul Aulus Cornelius Cossus, dat door de Samnieten was ingesloten. In 340 was hij consul tegelijk met Titus Manlius Torquatus en trok met dezen te velde tegen de Latijnen. Reeds vóór den aanvang van den slag, aan den voet van den Vesuvius, hadden de beide legerhoofden bepaald, dat degene, wiens troepen begonnen te wijken, door een vrijwillige zelfopoffering de overwinning aan den vijand ontrukken zou. Toen Decius zag, dat zijn soldaten weifelden, wijdde hij zich zelf en zijn vijanden aan de onderaardsche goden en stortte zich te paard midden onder de Latijnen. Hij werd gedood, doch de Romeinen, door zijn voorbeeld aangevuurd, behaalden de overwinning.

Decius Mus, Publius, een zoon van den voorgaande, onderscheidde zich door dapperheid in den oorlog tegen de Samnieten en Etruskers, alsmede door behartiging der binnenlandsche belangen. In 297 v. Chr. (vroeger in 312 en 308) was hij ten derden male consul, tegelijk met Quintus Fabius Maximus. Toen versloeg hij bij Maleventum de Apuliërs, die door de Samnieten geholpen werden, en veroverde het land van laatstgenoemden. In 295, toen hij wederom met Fabius consul was, voerden de Romeinen oorlog met de verbonden Samnieten, Etruskers, Galliërs en Umbriërs, en in den slag bij Sentinum, waar hij den linker vleugel tegen de Galliërs aanvoerde, behaalde hij de overwinning door op dezelfde wijze als zijn vader zijn leven op te offeren. Van zijn zoon, die denzelfden naam droeg, is ten onrechte vermeld, dat hij in 279 in den slag bij Asculum het voorbeeld. volgde van zijn vader en grootvader.

Decius, Cajus Messius Quintus Trajanus, werd door keizer Philippus (245 na Chr.) naar Moesië gezonden, om er een opstand der legioenen te dempen. Zelf werd hij echter tot keizer uitgeroepen, en Philippus verloor tegen hem den slag bij Verona. Hij was een wreede vervolger der Christenen en hield met krachtige hand de teugels van het bewind. De aanvallen der Goten wist hij in den beginne af te slaan, doch in 250 werd hij bij Philippopolis verslagen, terwijl hij een paar jaar later met zijn zoon in den slag bij Forum Trebonii sneuvelde.

Decize is een stad in het Fransche departement Nièvre, arrondissement Nevers, op een eiland van de Loire, aan het Nivernais-kanaal en aan den spoorweg van Lyon gelegen. De kerk uit de 11de eeuw is bekend. De stad heeft veel mijnbouw (ijzer, steenkool, gips en kalk), glasfabriken en een aanzienlijken handel. Reeds in de tijden van Caesar was Decetia bekend. Het aantal inwoners bedraagt 4064 (1901).

Decken, Auguste von der, geboren Meyer, een Duitsch schrijfster, die onder den schuilnaam A. von der Elbe haar romans het licht deed zien, werd den 30sten November 1828 te Blechede ge

[blocks in formation]

taal. Hij zette het handelsbedrijf van zijn vader voort, doch trad tevens als letterkundige op en schreef „Goede vrijdag" en „Baptistes of Dooper". Het eerste deel zijner „Puntdichten" zag afzonderlijk het licht, en zijn „Lof der geldzucht" verscheen eerst na zijn dood. De eerste uitgave van zijn „Rijmoefeningen" had plaats in 1656 en de 5de, door Witsen Geysbeek bezorgd, in 1827. Daarenboven gaf hij een vertaling der „Historie" van Aelius Sejanus. Hij overleed te Amsterdam in December 1666.

boren. Eerst na den dood van haar echtgenoot in | maakte zich reeds vroeg bekend met oude en 1875 gaf zij haar werken uit, waarvan wij noe- nieuwe talen, inzonderheid met de Nederlandsche men: Chronika eines fahrenden Schülers" (9de druk, Heidelberg,1901), „Die Ricklinger" (Berlijn, 1881), Lünebürger Geschichten"(Stuttgart, 1883), Der Bürgermeisterturm" (Berlijn, 1885), „Brausejahre" (2 dln., Leipzig, 1885), „Souverain" (Dresden, 1886), Ein Sohn' (Freiburg, 1889), „Wahre Liebe" (2de druk, Stuttgart, 1897), „In seinen Fuszstapfen" (Berlijn, 1891), „Eigenart" (2 dln., Stuttgart, 1893), „Die Macht des Scheins" (2 din., Stuttgart, 1893), „Die Macht des Kleinen" (Berlijn, 1894), „Die jungen Prinzen" (Berlijn, 1894), Lustige Geschichten" (Leipzig, 1896), Die Töchter des Obersten" (2 dln., Jena, 1897), Aussaat und Ernte" (2 dln., Dresden 1897), „Der letzte Düsterhop" (Jena, 1899), „Onkel Wilhelms Gäste"(Dresden, 1899), „Seekönigs Töchter" (Berlijn, 1900) en Kaiser und Arzt" (2 dln., Berlijn, 1901).

Decker, Karl von, een Pruisisch generaal en schrijver over krijgszaken, werd geboren te Berlijn, den 21sten April 1784, trad in dienst bij de artillerie, werd in 1800 bevorderd tot officier en onderscheidde zich in den veldtocht van 1807. Na den vrede kwam hij op non-activiteit, doch werd in 1809 als ritmeester geplaatst bij het korps van Decken, Karl Klaus von der, een Duitsch den hertog von Braunschweig-Oels, dien hij naar ontdekkingsreiziger, zoon van prinses Adelheid Engeland volgde. In 1813 keerde hij terug in von Plesz uit haar eerste huwelijk met Ernst von Pruisischen dienst, werd kapitein bij den geneder Decken, kamerheer van den koning van Han- ralen staf en nam deel aan de veldtochten van nover, werd den 8sten Augustus 1833 te Kot- 1813-1815. In 1817 werd hij bevorderd tot mazen geboren. Na het gymnasium afgeloopen te joor en in 1821 tot directeur eener afdeeling van hebben, trad hij in 1851 in militairen dienst, wel- het Topografisch Bureau, waarna hij voorlezinken hij in 1860 verliet, om zich te wijden aan ont- gen hield aan de militaire school, totdat hij in dekkingsreizen in Afrika. In October trok hij van 1821 terugkeerde tot de artillerie. In 1831 kwam Kilwa naar het Nyassa-meer, maar moest door hij als generaal-majoor op wachtgeld en overleed den ontrouw van zijn gidsen terugkeeren. Het vol- den 29sten Juni 1844. Van zijn talrijke geschrifgend jaar ondernam hij met Thornton van Mom-ten noemen wij: „Die Artillerie für alle Wafbas uit een tocht naar den Kilimandsjaro, waar- fen" (3 dln., 1816), „Ansichten über die Kriegop hij het Jipe-meer opnam. In 1862 besteeg hij führung im Geiste der Zeit" (1817), „Gefechtsmet 0. Kersten genoemden berg tot 4200 m., het lehre der beiden verbundenen Waffen: Kavallevolgend jaar bezocht hij de Komoren, Seychellen rie und reitende Artillerie" (1819), „Versuch einer en Mascarenen en keerde toen naar Europa terug, Geschichte des Geschützwesens" (2de druk, 1822), om een nieuwe expeditie uit te rusten. Hij werd „Der kleine Krieg” (4de druk, 1844), „Der Feldop dezen tocht op de rivier Dsjoeba, welke hij zug in Italiën von 1796 und 1797" (1825) en „Takmet 2 stoombooten opvoer, den 2den October 1865 tik der drei Waffen" (3de druk, 1854). Hij stichtte tegelijk met dr. Link te Berdera vermoord. De met Rühle von Lilienstern in 1816 het „Milivaartuigen waren nl. vastgeraakt en werden door de tär-Wochenblatt", en met Ciriacy en Blesson in inboorlingen overvallen, zoodat zij pogingen de- 1824 de „Zeitschrift für Kunst, Wissenschaft und den, om met booten de rivier af te zakken. De Geschichte des Kriegs". Zijn letterkundige werlotgevallen van den reiziger zijn, op uitnoodiging ken („Das Vorlegeschlosz" en „Guten Morgen, zijner moeder, onder den titel: „Baron K. K. von Vielliebchen") verschenen onder den naam van der Decken's Reisen in Ost-Afrika" door Otto Adalbert vom Thale. Kersten uitgegeven (6 dln., Berlijn 1869-1879). Decker, Thomas, een Engelsch dramatisch schrijver, werd geboren te Londen in 1570 en overleed aldaar in 1637. Zijn dramatische werken zijn in 1873 in 4 deelen uitgegeven. Daartoe behooren o.a.: „Old Fortunatus" en „The honest whore'. Daarenboven leverde hij eenige vlugschriften, van welke: „The gull's hornbook" in 1812 opnieuw werd gedrukt.

Decker, Abraham de, werd geboren te Antwerpen in 1582, koos de krijgsmansloopbaan en behoorde tot de bevelhebbers van Ostende, toen deze stad door Albertus van Oostenrijk belegerd werd. Na dien tijd vestigde hij zich eerst te Dordrecht en toen te Amsterdam, waar hij benoemd werd tot makelaar. Hij leverde een vertaling van Florus en een van Eutropius, die in 1664 door zijn zoon werden uitgegeven, en overleed den 16den Mei 1658.

Decker, Jeremias de, een zoon van den voorgaande, werd geboren te Dordrecht in 1609 en

Decker, Pierre Jacques François de, een Belgisch staatsman en schrijver. Zie Dedecker.

Declamatie, afkomstig van het Latijnsche woord declamare (overluid spreken), noemt men de kunstmatige mondelinge voordracht van een geschreven stuk, waardoor aan den inhoud van dit laatste duidelijkheid, leven en kracht wordt bijgezet. Zij vereischt juistheid van spreken, alzoo duidelijkheid, welluidendheid en zuiverheid, voorts een ademhaling, die in overeenstemming is met de interpunctie, en eindelijk zoowel een gepaste stembuiging door rijzing en daling van den toon (modulatie), als een vertraging en bespoediging der tijdmaat (tempo). Zij ontleent alzoo hare hulpmiddelen aan de muziek. Hierdoor geeft zij aan het gesprokene den juisten toon en aan de woorden en volzinnen een behoorlijke samenvoeging (articulatie). Op die wijze weet de declamator door zijn stem den inhoud van het voorgedragene duidelijk voor te stellen, op gevoel en verbeelding te werken, met klanken te schilde

20

DECLAMATIE-DECOLORIMETER.

rechtsmiddel van request-civiel aangewend worden. Het vonnis, dat de verduidelijking van de eerste uitspraak geeft, heet sententia declaratoria. Ook noemt men aldus elk vonnis, dat wèl de oplossing van een rechtsvraag in het algemeen geeft, maar geen beslissende uitspraak doet omtrent het geschilpunt, dat door partijen aan des rechters oordeel was onderworpen: een vonnis dus, waardoor de rechtstoestand van partijen niet wordt geregeld en tot zekerheid gebracht. Dergelijke uitspraken behooren te huis in een wetenschappelijk handboek over de rechtswetenschap, maar niet in het audiëntieblad van een rechterlijk college.

ren en daardoor bij zijn hoorders de gewenschte nis begroeid is en de quaestie zich pas bij de exegewaarwordingen op te wekken. Intusschen schiet cutie voordoet. Ook kan soms het buitengewoon hij zijn doel voorbij, wanneer hij de natuur verkracht en zich schuldig maakt aan overdrijving. De ervaren declamator heeft zich geheel ingedacht in het stuk, dat hij zal voordragen, zoodat de declamatie de uitdrukking is van het daardoor bij hem opgewekte gevoel, dat hij aan anderen wil mededeelen. Is de declamatie derhalve van belang voor den pleit- en kanselredenaar, voor den tooneelspeler enz., zij is het eveneens voor den zanger; deze volgt echter hierbij den weg, door den componist aangewezen. De redenaars der Oudheid hadden bepaalde toonteekens, die bij den tekst gevoegd werden, om de daling of rijzing der stem aan te duiden. In nauw verband met de declamatie staan de gebaren en mimiek, en over beide hebben onderscheiden schrijvers van den nieuweren tijd belangrijke werken geleverd.

Declinatie noemt men in de taalkunde de verschillende verbuigingsvormen van een naamwoord (zie Verbuiging).

Declinatie in de natuurkunde beteekent de afwijking van de magneetnaald (zie aldaar). Declinatie in de sterrenkunde noemt men den

zij dient met de rectascensie of rechte klimming tot bepaling der plaats van dat hemellichaam.

Declaratie beteekent in het algemeen een schriftelijke opgave van hetgeen men te vorderen heeft; in het bijzonder duidt men in den han-afstand van het hemellichaam tot den evenaar; del daarmede aan de aangifte van goederen, uit het buitenland ingevoerd, waarvan aan de Nederlandsche grenzen inkomende rechten betaald moeten worden. De ontvanger der goederen is verplicht een lijst aan het tolkantoor over te leggen, waarop de goederen, met vermelding van soort en waarde, nauwkeurig vermeld staan. Vroeger had de ambtenaar, met de visitatie belast, het recht de goederen te behouden tegen betaling hunner aangegeven waarde, verhoogd met 10%, tegenwoordig kan hij slechts verhooging der aangegeven waarde eischen, indien deze hem te laag toeschijnt, terwijl bij gebleken bedrog de goederen verbeurd verklaard en de aangever daarenboven met boete gestraft wordt.

Decoctum beteekent afkooksel. Hiermede wordt in de artsenijbereidkunde een geneesmiddel aangeduid, ontstaan door deze of gene stof, meestal een plantaardige, met water te behandelen en daarmede eenigen tijd te koken. Het onderscheidt zich van infusie (afgietsel), waarbij het opgegoten water niet met die stof wordt gekookt. Door een warm decoctum op deze of gene zelfstandigheid te gieten, verkrijgt men een infuso-decoctum.

Decoeur, Henri Alexis, een Fransch officier en ontdekkingsreiziger, werd den 16den December 1855 te Pomponne geboren en ondernam zijn eersten tocht van Dahomey uit naar het achterland van Togo tot Pessi. Op een tweede ex

Declaration of independence (Engelsch) is de den 4den Juli 1776 uitgesproken onafhan-peditie, die Carnotville in Noord-Dahomey tot bakelijkheidsverklaring der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Zij bevat een uitvoerige opsomming van de zoogenaamde rechten van den mensch, die later ook in onderscheiden Europeesche wetgevingen zijn opgenomen en in de Groote Fransche revolutie een belangrijke rol hebben gespeeld. Zij strekte voornamelijk den Zuid-Amerikaanschen staten tot voorbeeld.

sis had, bereikte hij Nikki en sloot met den sultan van Borgoe een verdrag, waarvan de geldigheid echter door de Engelschen bestreden werd. In Januari 1895 bereikte hij over Poma Fada-n-Goerma en kwam met Gruner en von Carnap in strijd over de prioriteit van het protectoraat over Goerma. In 1900 werd hij tot luitenant-kolonel benoemd, doch overleed in Juli van dat jaar te Dakar aan de gele koorts.

Declaration of rights of Verklaring van rechten noemt men een manifest, waardoor een Decolorimeter noemt men een werktuig ter vergadering van Engelsche Parlementsleden den bepaling van den graad van ontkleuring, dien een 28sten Januari 1689 te Westminster de beginse- vloeistof door haar behandeling met beenderenlen verkondigde der Engelsche constitutie, door kool verkregen heeft. Het werd uitgevonden door wier schennis Jacobus II den troon verloor en Payen en vervaardigd door Chevalier. Het is van door Willem van Oranje en zijn gemalin Maria koper en bestaat uit een horizontale en een hierop vervangen werd. Later werden deze bepalingen als geplaatste verticale buis. In de eerste schuift een Bill of Rights (zie aldaar) tot een Parlements-tweede, in tien centimeters verdeeld. Op de tweebesluit verheven. Daardoor kwam een einde aan de sofistische interpretatie van het koninklijk praerogatief.

Declaratio sententiae is de uitlegging van een duistere of dubbelzinnige zinsnede in een rechterlijke uitspraak of in haar motiveering. In onze tegenwoordige rechtspraak kan zoodanige verduidelijking van de woorden of van hun zin of bedoeling gegeven worden of door een hoogeren rechter, bijaldien een gewoon rechtsmiddel, appèl of cassatie, tegen het vonnis openstaat, of door den rechter zelf, die de uitspraak gaf, zoo het von

de, door een kleine opening met de eerste verbonden, bevinden zich 2 ronde glazen in een koperen band vereenigd, op een afstand van elkander, die juist 1/10 van bovenvermelde verdeeling bedraagt. Tusschen deze doet men het vocht, hetwelk tot maatstaf moet dienen (normaal vocht). Nu giet men het ontkleurde vocht in den verticalen cylinder, zoodat het vocht langzaam in den horizontalen doordringt, eveneens tusschen 2 glazen, één in de vaste en één in de beweegbare buis. Men haalt deze laatste uit, totdat de kleur van het vocht met die van het normaal vocht over

DECOLORIMETER-DECRETALEN.

eenstemt, en het aantal centimeters, dat de buis moet worden uitgetrokken, bepaalt den graad der ontkleuring. Thans evenwel gebruikt men veelal den chromoscoop (kleurenkijker) van Stammer, die op een dergelijk beginsel rust, namelijk dat de kleur voor het oog donkerder wordt met het toenemen van de dikte der vochtlaag, waar doorheen men ziet, doch van den voorgaande daarin verschilt, dat het ontkleurde vocht in een vaste buis wordt gedaan, terwijl men den ontkleuringsgraad bepaalt door de meerdere of mindere lengte van de met normaalvocht gevulde buis. Zie ook Colorimeter.

21

,un Homme d'argent" (1874), benevens „Strophes et Chansons" (1891).

Decourcelle, Pierre, een Fransch tooneel- en romanschrijver, werd den 25sten Januari 1856 te Parijs geboren. Eerst in den handel en aan de beurs werkzaam, werd hij in 1882 journalist en was medewerker aan verschillende bladen, schreef novellen en romans en liet sinds 1880 verscheiden tooneelstukken opvoeren, waarvan de voornaamste zijn: „Grain de beauté" (1880), „le Fond du sac" (1883), „l'Abbé Constantin" (naar den roman van Halévy); verder de operetten: „Madame Cartouche" (1886), „Inès Mendo" (1897), en Decoratie noemt men in het algemeen elke de drama's: l'As de trèfle" (1883), geschreven versiering; zelfs een ridderorde draagt dien naam. voor Sarah Bernhardt, „la Charbonnière" (1884), Het decoreeren, ook met lintjes, heeft vooral plaats,Gigolette" (1894), „les Deux gosses" (1896), „Pabij feestelijke gelegenheden. De smaakvolle deco- pa la Vertu" (1898) enz. Met zijn „Werther" ratie van een zaal, van een tuin, van een stad (1903) had hij geen succes, hoewel Sarah Bernenz., is het werk van den kunstvaardigen en smaak-hardt de titelrol er in vervulde. vollen decorateur. Bij schilder- en beeldhouwwerk Decrais, Pierre Louis Albert, een Fransch diverstaat men onder decoratie het aanbrengen van plomaat, werd geboren den 18den September 1838 het niet volstrekt noodzakelijke, hetwelk dienen te Parijs. Hij was advocaat aldaar, toen hij in moet, om het hoofdonderwerp beter te doen uit- 1870 attaché werd aan het gezantschap te Bruskomen en op een zinnebeeldige wijze te verkla- sel. Van 1871 tot 1880 was hij in administraren, en tevens om aan het geheel een sierlijker tieve ambten in Frankrijk werkzaam, van 1880 voorkomen te geven. De decoratie van het tooneel tot 1882 gevolmachtigd minister te Brussel, daarheeft vooral tot taak het beschilderen der scher- na directeur van de afdeeling politieke zaken aan men, en dit, geheel op het effect berekend, ver- het ministerie van Buitenlandsche Zaken en eineischt bij den decoratieschilder een grondige ken-delijk gezant te Rome (1886), te Weenen (1886) nis van perspectief en een juiste keuze van zulke en te Londen (1893). Daarna trok hij zich in het kleuren, die bij kunstlicht de beste werking heb-particuliere leven terug, werd volksvertegenwoorben. Zulke schermen zijn eerst tegen het einde diger in 1897 en nam zitting in het Kabinet der 16de eeuw in Italiaansche opera's in zwang Waldeck-Rousseau als minister van Koloniën gekomen, en later hebben vooral Fransche kun-|(1899-1902). stenaars in het decoratieschilderen uitgemunt.

De Cort. Zie Cort.

De Coster, Charles, een Belgisch schrijver, werd den 20sten Augustus 1827 te München geboren, studeerde, na eenigen tijd ambtenaar te zijn geweest, in de rechten en promoveerde daarin in 1855. Bij zijn overlijden in 1879 was hij hoogleeraar in de Fransche letterkunde aan de krijgsschool te Brussel. Zijn hoofdwerken zijn: Légendes flamandes" (2de druk, Brussel 1861), „Contes brabançons" (Brussel, 1861) en „La légende de Thyl Ulenspiegel" (1868).

Decreet (Lat. decretum) was het bevel der hooge Romeinsche ambtenaren, voornamelijk der praetoren in civiele processen, welke zij zelf onderzochten en beslisten, zonder ze (zooals regel was) ter beslissing aan een voor dit geval benoemden rechter toe te wijzen. De door den praetor zelf genomen beslissing heette decreet, het vonnis van een rechter sententia, res judicata. Later vonnisten de Romeinsche keizers in zaken, door een verzoekschrift in eerste instantie aan hun oordeel onderworpen, of wel in appèl. Deze beslissingen werden, indien de keizer ze zelf onderzocht had, decreta principis geheeten en hadden kracht van wet voor soortgelijke gevallen.

Tegenwoordig noemt men een decreet in het algemeen iedere wilsuiting van de staatsmacht of van hare organen. Zoo spreekt men van benoemings- en ontslagdecreten voor ambtenaren. In meer beperkten zin beteekent het een rechterlijke beschikking.

Decourcelle, Pierre Henri Adrien, een Fransch dramaturg, werd in 1821 te Parijs geboren. Oorspronkelijk voor de balie bestemd, wijdde hij zich echter aan de dramatische letterkunde en zag zijn eerste stuk: „Une soirée à la Bastille", door de Comédie française opgevoerd. Decourcelle, die in 1892 te Etretat overleed, en die of alleen, òf in medewerking met Deslandes, Labiche, Barrière, Thiboust en d'Ennery zijn stukken schreef, had het meeste succes met: „Don Gusman" (1846), „les Portraits" (1848), „le Bal du prisonnier (1849), „Diviser pour régner" (1850), Un monsieur qui suit les femmes" (1850), Jenny l'ouvrière" (1850), „Tambour battant" (1853), la Bête du bon Dieu" (1854), „Je dîne chez ma mère" (1855), „la Joie de la Maison" (1855), Fais ce que dois" (1856), „les Mariages d'aujourd'hui" (1861) en le Père" (1877). Onder den links: >. schuilnaam Docteur Grégoire werkte hij aan ver- Decretalen (Litterae decretales ) noemt men schillende dagbladen, voornamelijk aan den „Fi-pauselijke beslissingen omtrent allerlei zaken, algaro" mede. Hij gaf ook eenige romans uit, zoo- gemeene verordeningen, antwoorden op gestelde als les Formules du docteur Grégoire" (1868) en vragen enz. Daar deze allengs gezag kregen in de

Decrescendo in de muziek is het tegenovergestelde van crescendo en beteekent afnemend in sterkte, zwakker wordend, langzamerhand zonder stooten. Zooals het crescendo gewoonlijk gepaard gaat met een geringe versnelling, accelerando, zoo gaat het decresceeren van den toon in den regel vergezeld van eenige vertraging in de maat of het tempo, dat is, diminuendo. Het teeken voor decrescendo is een haak met de opening

« PreviousContinue »