Page images
PDF
EPUB

Bibliographisch Album.

Edwiesen, door Robert Byr. Uit het Hoogduitsch vertaald door S. J. Andriessen, Nijmegen. F. E. Macdonald, 1887.

Een roman als veel andere, zeker evenmin als meer dergelijke verhalen vrij te pleiten van overdrijving nn en dan, van eenige gezochtheid in de combinaties en ontegenzeggelijk van liberalisme in de keuze der middelen ter bereiking van het doel; maar toch een goede roman, een boeiend en tevens nuttig verdicht verhaal waarin het niet ontbreekt aan juiste karakterteekening en interessante verwikkelingen.

Bij de schets der deugden en ondeugden, der hartstochten, die den mensch bewegen is vooral belangrijk de misdadige aanwrijving van krankzinnigheid of liever van idée fixe, die hier plaats heeft ten koste van den held, wiens hersenen zoo gezond en helder zijn als van den meest normalen denker maar die niettemin in een gesticht wordt opgesloten door zijn oom en voogd; deze wenscht zich het fortuin van zijn minderjarigen neef en pupil te verzekeren; reeds heeft hij het aangesproken, er sedert jaren aanzienlijke sommen aan ontvreemd om de weelderige levenswijze die hij leidt en waartoe vooral zijn coquette tweede vrouw hem aanzet, te kunnen volhouden. Als een uitkomst grijpt hij dus de eerste gelegenheid de beste aan om zijn neef voor krankzinnig te verklaren toen deze een in zijn oog excentriek plan heeft opgevat met een gedeelte van zijn vermogen, maar inderdaad een zeer edel en hoogst gemotiveerd plan. Kuiperijen worden aangewend; een oneerlijke docter helpt een handje mee, de directeur van een gesticht wordt om den tuin geleid en zoo krijgt de zaak haar beslag. Een schatrijke levens

ALBUM. 1888.

7

lustige jonge man, Emil, baron Hartmann, officier in Oostenrijkschen dienst wordt eensklaps door zijn oom en voogd baron Hartmann, hofraad te Weenen voor krankzinnig verklaard en in een gesticht opgesloten.

Het heet een idée fixe, anders was de knoeierij er niet door te krijgen. En dat zoogenaamde idée fixe staat in verband met een feit, maar een feit dat de oom om zeer gegronde finantieele oorzaken ontkent.

Als een misdaad in de lucht is, wees overtuigd dat de beschuldiging van idée fixe niet verre is. Meestal is er een enfant terrible dat geschuwd wordt omdat het de misdaad aan het licht brengt en dan is er geen beter, geen afdoender middel voor den misdadiger om zich te redden dan zijn aanklager voor gek te verklaren. Natuurlijk kan gek er niet door als alle handelingen van den voor gek verklaarden verstandig en gezond zijn, dus wordt de delinquent beschuldigd lijdende te zijn aan een idée fixe. Al doelt dat zoogenaamd idée fixe op een waarachtig feit, bekend als feit bij den schuldige, dat hindert niet; men liegt dat men zwart wordt, stapelt zonde op zonde en vleit zich tenslotte dat de voor gek verklaarde door den schok waarlijk gek zal worden, dan is de heele zaak in orde en de misdaad gedekt. Voor geld zijn er helpers genoeg te vinden. Waar booze hartstochten in het spel zijn en de schande der ontdekking gevreesd wordt heeft men om zijn valsche eer te handhaven soms nog meer geld over dan dezen of dien schavuit eigenlijk convenieert om uit te geven.

Deze opmerking over de aantijging van krankzinnigheid of idée fixe van den volmaakt gezonden, verstandigen mensch is in deze dagen, waar er nog al eens mee geschermd wordt en het vooral eigenaardig is hoeveel aftrek zoo'n lasterlijk praatje heeft en bij wien het al geen ingang vindt, niet te onpas.

Maar keeren wij terug tot den roman. Edwiesen is een kasteel en landgoed, het wettig eigendom van Emil, baron Hartmann. Het heeft vroeger aan de graven Radnicky toebehoord maar is door graaf Albrecht Radnicky aan den vader van Emil verkocht. De verkooping heeft werkelijk plaats gehad en de betaling evenzeer. Edwiesen is dus het rechtmatig eigendom der Hartmanns. Doch er heeft met het koopcontract een knoeierij plaats gehad; het document is n.l. door een onderhoorige verdonkere maand; graaf

ROBERT BYR, EDWIESEN.

103

Albrecht Radnicky had een ongeval denzelfden dag, dat de verkooping was geschied. Zijn paarden gingen op hol, hij stortte uit het rijtuig en viel met het hoofd op een steenen zuil, die aan den weg stond; er had een hersenschudding plaats en de graaf stierf krankzinnig. Het document van den verkoop had hij bij zich toen het ongeluk gebeurde en het werd den bewusteloozen door zijn jachtopziener ontvreemd.

Later deed de broeder van graaf Albrecht Radnicky, baron Hartmann, den vader van Emil, een proces aan toen deze de boomen liet vellen op Ed wiesen. Zijn eigendom werd hem betwist, maar ofschoon het document van den verkoop zoek was, wist Hartmann zijn recht te bewijzen en won hij het proces.

Jaren later heeft er een twist plaats tusschen een jongeren graaf Radnicky en Emil Hartmann, de held van den roman, Edwiesen. Radnicky verwijt Emil dat de Hartmanns aan de Radnickys hun geld ontnemen en de Radnickys aan de Hartmanns hun vrouwen. Dit zinspeelde op den verkoop van Edwiesen en het verloren document, met andere woorden alsof die verkoop niet in den haak was. Ten opzichte van de vrouwen was de zinspeling evenzeer valsch; de moeder van Emil was n. 1. eerst verloofd geweest met graaf Albrecht Radnicky en zou met dezen gehuwd zijn als hij niet noodlottig aan zijn einde was gekomen.

Hoe ongegrond de aantijgingen van Radnicky ook mochten zijn, door het verloren document en het proces was er nochtans een schijn, zij het dan ook een valsche schijn, van waarheid aan de beleediging. Emil Hartmann en Radnicky duelleeren en Emil wordt gewond.

De beleediging van Radniky heeft echter noch andere gevolgen dan het duel, want Emil verzoekt zijn oom en voogd om Edwiesen aan de Radnickys terug te geven met de renten, die het goed heeft opgebracht sedert de Hartmanns het bezaten.

De oom en voogd, die zeer goed weet, dat het document zoek is, en dat de wensch van Emil, zij het dan misschien al te edelmoedig, toch gemotiveerd is en recht van bestaan heeft, verklaart Emil voor gek en laat hem opsluiten, terwijl hij intusschen van Emil's vermogen in weelde leeft. De directeur van het gesticht houdt den verstandigen gevangen en spreekt over zijn lijden recht gemoedelijk met een vriend van Emil, die ook al dupe is van de

zaak. Zoo iets is mogelijk, dat n. 1. een kundig, loyaal man door een samenloop van omstandigheden in verband met het eigenaardig karakter van een voor gek verklaard persoon, een verstandige voor een patient houdt. Toch hooren dergelijke abnormale verhoudingen meer in een roman tehuis. De werkelijkheid leert, dat een directeur van een gesticht zieh zoo licht niet laat verschalken, en mocht hij soms door een zee van logens aanvankelijk van de wijs raken, weldra door eigen oordeel de zaken in het rechte licht ziet en zich geen knollen voor citroenen laat verkoopen, wie dan ook die negotie drijft. De directeur en de vriend gelooven beiden, dat Emil krankzinnig is evenals vele anderen. De nicht van Emil, Minnie, is de eenige die te scherpzinnig is om zich te laten beet nemen. Zij weet van geen document, verkoopcontract enz. het fijne, maar zij gelooft eenvoudig aan het volle engekrenkte verstand van haar neef, en rust niet eer zij hem bevrijd heeft. Minnie is een aardig slim, door en door intelligent meisje; zij laat zich door niets of niemand verschalken; zelfs als zij Emil weerziet zonder dat hij van haar nabijheid bewust is, als zij ziet hoe vermagerd hij er uitziet, hoe gedrukt, door ergernis en walging onkenbaar veranderd zijn geheele voorkomen is, hoe treurig, onverschillig en mélancolique zijne houding, weifelt zij geen oogenblik. Zij weet maar al te goed, dat er nooit zotternij of dwaasheid, of onnatuurlijk hangen op één gedachte in hem gezeten heeft, en is zelf te goed bij haar hoofd om aan hem te twijfelen. Het is heel aardig verzonnen, haar bevrijdingsplannetje. Met een vriendin van haar en de moeder van deze tot duenna en met Emil's besten vriend begeeft zij zich op reis en weet het zoo aan te leggen, dat zij Emil op een roeitochtje, of terwijl hij aan het visschen is in een bootje met een knecht uit het gesticht, die de verpleegden verzelt en die Emil in het bijzonder is toegevoegd, ontmoet. Er heeft natuurlijk een overrompeling plaats en een worsteling met den knecht; deze krijgt later drie duizend gulden ten geschenke om met zijn bruid Resi, die Minnie bij haar plannetje geholpen heeft, te trouwen. Dat de zaak gelukt ligt alleen daaraan, dat Emil bij zijn volle verstand is; zijn geest bleef zelfs ongedeerd door de aantijging van krankzinnigheid en al de gevolgen van dien, kortom onder al de schokken teweeg gebracht door de treurige ervaring van de dwaasheid en flauwiteit van zoo velen die

ROBERT BYR, EDWIESEN.

105

aan het hem aangewreven idée fixe schap gelooven, om niet te spreken van de nog veel talrijkere schaar, die er hun voordeel bij hebben om er aan te gelooven en de gepriviligieerden, die speciaal omgekocht zijn om het praatje te verbreiden, en die zelf wel beter weten, maar daarom des te ijveriger liegen. Niets van dat alles heeft hem beneveld. Zoodra Minnie hem oproept is hij gereed en maakt hij zich vrij, handelt als een man en neemt de noodige stappen bij de justitie en tegenover zijn oom om zijn rechten te handhaven; gelukkig was zijn meerderjarigheid nabij en kan dus de edele jonkman het schandaal dekken, want de oom en voogd, Minnie's vader, heeft hem niet weinig bestolen. De oom maakt zich van kant en vraagt aan zijn neef vergiffenis in een brief, die men bij het lijk vindt. Hij heeft echter geen zelfmoord gepleegd uit angst over de ontdekte misdaad tegenover zijn neef en pupil maar omdat zijn coquette vrouw hem bedrogen heeft en met Radnicky er van door is gegaan met denzelfde Radnicky, die Emil beleedigd en met wien hij geduelleerd heeft.

Ofschoon het fortuin van Emil zeer gedund is door de oneerlijke administratie van zijn oom, wil hij Edwiesen niet behouden, maar zendt het Radnicky, zijn vroegeren beleediger, met de renten achterna om er met de eerlooze vrouw, die Radnicky aan een Hartmann ontroofd heeft (de oom van Emil heette Hartmann evenals hij genot van te hebben. Intusschen is ook het verloren document, het bewijs van den wettelijken verkoop voor den dag gekomen; de jachtopziener die het verduisterd had, bekent op zijn sterf bed schuld aan Emil en diens moeder, en overhandigt hun het zoolang vermiste stuk.

Emil's vriend, Haagreuth, luitenant in Oostenrijkschen dienst evenals hij zelf, trouwt met Anna, de vriendin van Minnie, die haar geholpen heeft om Emil te bevrijden uit het gesticht; Emil en Minnie die elkaar reeds lang liefhebben, maar door een misverstand uit gebrek aan waardeering ontstaan, gescheiden waren, worden een recht gelukkig paar; terwijl de moeder van Emil, na een treurig en moeilijk leven een gelukkigen levensavond geniet. De edele vrouw heeft haar zoon afgodisch lief en Minnie was altijd haar lieveling, zoodat zij zich innig verheugt in het engagement van deze met Emil.

Door de opheldering van het geheim, nl. het terugvinden van

« PreviousContinue »