Page images
PDF
EPUB

VADERLANDSCHE GESCHIEDENIS, ENZ.

131

aanzienlijke poorters, die bescherming zochten tegen adellijken overmoed, en alleen rust en vrede verwachtten van een krachtig bestuur, dat in vrijheidslievenden zin hunne vrijheden en privileges beschermde en bevestigde. Aan hen sloten zich enkele adellijke geslachten aan, precies zooals we die nu vinden onder de liberale partij, terwijl de mindere man en de boeren zich wederom bij de eersten aansloten, wijl zij zich nog niet bewust waren van gelijke bewegingen te zijn als hunne heeren.

Terecht schrijft dan ook de heer De Bruyne, wiens uitstekend werk mij tot leiddraad dezer beschouwingen diende: Trouwens, het was niet alleen in Holland zoo. Overal begon met de verdeeling van het volk in standen en klassen, ook de naijver tusschen die standen tot botsingen aanleiding te geven, van wier beteekenis het volk, dat eenvoudig dacht partij te kiezen in de veeten van eenige adellijke familien, zichzelf nog grootendeels onbewust was".

Die bewustheid, hoezeer ook in nadeelige werking, kwam eerst in het laatst der 18de eeuw tot gisting, en vond in Frankrijk een grond, die door zijn moerassigen inhoud die gisting in de hand werkte en daardoor medewerkte om haar buiten zijne grenzen te verspreiden, en er de verderfelijke uitwaseming van te doen gevoelen.

De groote fransche revolutie, waarvan in het werk van Kops het voorspel wordt te aanschouwen gegeven, deed zijn invloed ook in Nederland gelden, en in 1795 was de laatste Stadhouder genoodzaakt het land te verlaten en naar Engeland te vluchten. Het stadhouderlijke tijdvak eindigde, gelijk de grafelijke tijd een einde had genomen; het volk moest en zou regeeren, en het regeerde niet. Dit zouden de Franschen voor hen doen.

De historische roman viel al dadelijk in den smaak van het publiek. De vertalingen van Scott werden gretig hier te lande gelezen, en toen van Lennep de pen ter hand nam, en ons die bekende reeks romantische verhalen uit de geschiedenis gaf, had die letterkundige soort, in haar eigenaardigen vorm, volkomen burgerrecht verkregen. De historische roman kwam, werd gelezen en overwon. En nu nog voelen wij ons aangetrokken tot de vrucht van waarheid en verdichting, min of meer verwant aan het epos. Oltmans met zijn, Schaapherder" en, Slot Loevestein" volgde van Lennep, en toen eenmaal een Schimmel en een Mevr. Bos

boom-Toussaint hun begaafdheid en wetenschap, hun smaak en fraaien stijl dienstbaar maakten aan dat genre, was het voor goed saamgeweven met de algemeene karaktertrek der Nederlanders, dat zij de traditie getrouw blijven welke hun bindt aan de geschiedenis van ons land, ontwoekerd aan de baren.

Daarom durf ik ook met vrijmoedigheid de aandacht inroepen voor de vermelde werken.

Hoewel slechts de werken van Van der Sloot een flink en degelijk jongensboek en Huf van Buren in ons land spelen, en tijdperken behandelen uit onze geschiedenis, hebben de gebeurtenissen, behandeld in de werken van Dahn (vertaling) en Kops voldoende aanraking met die geschiedenis, dan dat zij niet evenzeer zouden boeien.

Veel uit het tijdperk van Karel den Groote kwam ook ons ten goede; zijne regeering over Nederland schonk ons hervormingen, in stellingen en vrijheden, welke wij nu nog kunnen waardeeren. De revolutie in Frankrijk bracht ook ons die zure en bittere vrucht van verblinden volkswaan en opgeruide hartstochten. Het is goed in deze tijden een blik daarheen te werpen. Hij kan tot richtsnoer dienen aan onze tegenwoordige daden.

Den Haag.

SERVAAS VAN ROOYEN.

Biografisch woordenboek voor Noord- en Zuid-Nederl. Letterkunde. Afl. 1.
Nieuwe druk. Amsterdam L. J. Veen.

De geleerde navorscher J. G. Frederiks heeft met zijn niet minder talentvollen Zuid-Nederlandschen broeder F, Jos. v. d. Branden, een nieuwe uitgave van het Biogr. woordenboek ondernomen, die vrij wat meer beteekent dan de vroegere van dr. Huberts en W. A. Elberts. Ze getuigt van ijverige onderzoeking, van ernstigen voorarbeid. Op deze wijze voortgaand zullen de heeren een onmisbaar boek leveren, een standaardwerk. Trouwens de geleerdheid en de ijver van de bewerkers waarborgen ons dat. Voor de nauwkeurigheid der artikelen hebben de nog levenden litteratoren zelf door eigen opgaven zorg gedragen, terwijl een reeks goed bekende namen van medewerkers genoemd wordt.

A.

Bibliographisch Album.

Schetsen en Novellen, door Mario, Amsterdam. P. N. v. Kampen.

Als ik een boek lees waarin ik heelemaal op ga, dat mijn ziel in beslag neemt door de grootheid van zijn passie, door de macht van zijn emoties en als ik dan niet kan eindigen met lezen, omdat de menschen uit dat boek mij belang inboezemen dan vind ik dat een mooi boek en als ik er nu een lees waarin ik niets van dat alles vind, dan noem ik zoo'n boek niet mooi en werp het mistroostig van mij af.

-

"

En zoo vind ik nu het boek van Mario geen mooi boek, maar minder om hetgeen er in staat, dan om wat er niet in staat. Er is in den heelen bundel maar éen stuk dat ik mooi vind Kleine Hugo." In dit brokje levensgeschiedenis, een heel klein stukje salon-realisme, toont de auteur wat-i kan, en wat wij nog van hem mogen verwachten. Zijn stijl is daarin sober, niet kleurrijk, ik zou zeggen wat mat-flesch, wat vaag, wat onbestemd. Hier geen lied van groot-aanstuwende, voortwentelende geluiden, geen breede stroom van overmeesterende klanken, geen schets van zacht-blauwe, lichtrose kleuren, maar een massief stuk taal, éen kleur, éen tint licht grijs-grauwachtig, somber. Als Mario dat geeft is hij meester over zich zelven, beheerscht hij z'n onderwerp, bakent hij de grenzen af, geeft-i de omtrekken helder, duidelijk, scherp aan. Hij schildert niet met éen streek, hij geeft niet éene stemming van zijn ziel, niet ALBUM. 1888.

éen passie van zijn hart, niet éen stuk van zijn gevoel - hij weet geen weg met z'n stemmingen en passies, hij kan ze niet juist weer geven met éen woord en éen kleur; daarom teekent-i, zorgvuldig, bang om iets te vergeten, met scherpe lijnen. Niet het volle, het groote, het heerlijke licht geeft-i maar hij laat een glimp zien, een flauw afvallende straal. In „Kleine Hugo” nu, heeft hij goed d. w. z. correct geteekend wat hij zag; of-i juist zag is een andere kwestie, die er minder op aan komt wanneer zijn-zien maar goed is weergegeven. De inhoud is wel wat oudbakken en sentimenteel, de bewerking wat conventioneel maar 't geheel toont dat-i wel wat kan en...

U moet nog veel studeeren waarde Mario!

[ocr errors]

BRAM V. DORT.

Poolsch Bloed, door N. von Eschstruth. Amsterdam, N. J. Boon.

[ocr errors]
[ocr errors]

Toen ik Poolsch Bloed" uit had, en het lijvige werk in 2 deelen naast mij lag, heb ik een oogenblik zitten soezen; ik moest eerst weer tot de volle werkelijkheid terug komen voor ik een oordeel vellen kon over dien roman. En ik wilde het kalm doen, bezadigd, gemotiveerd. Toen ben ik mijn geest gaan vullen met al de menschen, die in dat boek voorkomen en heb ze aan mij laten voorbij gaan, een voor een, hel verlicht door den indruk, dien ze bij mij achter lieten. En ik ben die heele geschiedenis aan mij zelf gaan vertellen, hardop, zoo als een gymnasiast zijn Latijnsche les opzegt en Poolsch bloed" is naar mijn idée niet alleen een mooi maar ook een merkwaardig boek, merkwaardig door de wijze waarop de schrijfster hare gedachten heeft ontwikkeld en door de manier van opzet. Daar zit een logische eenheid in, een bizonder juiste chronologie, een bewijs van zelfbeheersching, die wijdloopigheid, breedsprakigheid tegen heeft gehouden. De schrijfster heeft ordelijk, regelmatig gewerkt; ze maakt geen groote sprongen; bladzij voor bladzij ontwikkelt zich haar roman tot dat groote brok menschenleven, tot dien degelijken stijl, die gansch afgewerkt voor ons ligt. De idée in het boek, waarom heen alles zich groepeert en voortbeweegt, is niet nieuw

[ocr errors]

RHODA BROUGHTON, DOCTOR CUPIDO.

135

maar het oude treedt als vernieuwd naar voren. Daar zit gloed, klank, kleur, leven, passie in dat boek. Het is niet een van die gewone romannetjes (prulletjes, zooals b. v. v. Loghem's Victor) maar het is een stukje goed gevoeld, juist gezien leven. Xenia en Procsna zijn figuren, die ons boeien, bezig houden, belang inboezemen, menschen met hartstocht, met moed, met liefde, met haat in hun ziel, niet geidealiseerd maar naar de natuur getrouw door de schrijfster geteekend. Daar zijn meesterlijke bladzijden in dit werk, vooral in het laatste deel, waarin Xenia's liefde voor Procsna zich openbaart; de stijl is zuiver, ongekunsteld. Wij wenschen de schrijfster geluk met dit boek; der vertaalster of den vertaler brengen wij onzen dank voor de goede overzetting in het Nederlandsch.

BRAM V. DOrt.

Doctor Cupido, door Rhode Broughton. Uit het Engelsch, door Jeanne Huijgens. Twee deelen. Haarlem, de Erven Fl. Bohn 1887.

De schrijfster bezit het talent om een lief nuttig verhaal voor jonge meisjes te schrijven, en teekent hier zeer juist de karakters van jonge lieden en jonge vrouwen, die door Cupido's pijlen getroffen zijn onder zeer gewone levensomstandigheden, d. i. zonder intriges of verwikkelingen van meer bijzonderen aard!

Waarom het verhaal, Doctor Cupido" heet, is den lezer, ten minste mij, een raadsel; immers hier bederft Cupido meer dan hij goed maakt en 't is toch een beetje heel sceptisch om dat van heeren doctoren te beweren. Misschien is de titel gekozen op het effect.

Het nut van het verhaal berust op de strekking ten opzichte van den invloed der liefde op de verschillende karakters; hoe een teeder gevoel voor een persoon van de andere sekse bij den een in hartstocht, zelfzucht, waanzin ontaardt, of wel een spel, een tijdpasseering is, die gauw verveelt en gedurig afwisseling behoeft, dan eindelijk of het een waar en edel gevoel is, dat dengene die het koestert en wien het toegedragen wordt, verheft en eer op dan nederwaarts voert, onverschillig of het een zoogenaamde gelukkige dan wel ongelukkige liefde heet.

« PreviousContinue »